Dat de Deipers een bevolkingsgroep vormen die niet met zich laat sollen is
genoegzaam bekend. Dat was 200 jaar geleden ook al zo. Uit onderstaand artikel
blijkt dat ze ook niet bepaald blij waren met de franse overheersing uit die tijd.
Geijan Zwaan
RELLEN IN 'EGMOND SUR MER'
In twee vorige artikelen in Geestgronden informeerde ik u over de eerste
beroepstelling in de Egmonden(1). Inhetjaar 1811 verplichtte keizer Napoleon
alle mannen van twintig jaar en ouder hun beroep en leeftijd op te geven,
met als officieel doel om een lijst van kiesgerechtigde mannen op te stellen.
Maar in deze oorlogstijd natuurlijk ook om het aantal weerbare mannen
te inventariseren. In Egmond aan Zee voldeden opvallend weinig mannen
aan deze plicht. Er schreven zich slechts 176 mannen in. Dat is 16,1% van
de 1070 inwoners, verreweg het laagste percentage van de omgeving (vgl.
Binnen-Egmonden 19,5%, Heiloo/Limmen 27,7%, Alkmaar 23,4%). Zo'n
vijftig mannen, vooral de twintig- tot dertigjarigen ontbreken op de lijst. Wat
bewoog dit grote aantal derpers het toch dwingende bevel van de keizer aan
zijn onderdanen te negeren? Of ontbrak er een aantal mannen, vanwege de
verplichte dienst in het franse leger?
In de franse tijd had de Egmondse visserij enorm te lijden onder het Continentale
Stelsel. De Noordzee werd afgesloten om Engeland te isoleren en zo te verzwakken
als vijand van Frankrijk. In de eerste jaren onder Lodewijk Napoleon waren de
gevolgen nog niet zo rampzalig, want deze koning treuzelde bij de invoering van een
goede controle en werd er flink geld verdiend aan smokkel naar Engeland. Maar
nadat de zwakke Lodewijk was afgezet en zijn broer Napoleon Nederland inlijfde
bij het keizerrijk (1810) werden de effecten van het stelsel rampzalig voor het
vissersdorp. Er kwamen franse douaniers die op de standplaats aangekomen direct
begonnen met opsporingsactiviteiten, zoals het van onder tot boven doorzoeken
van vissersschuiten, schuren en winkels. De visserij werd beperkt tot reisjes van
zonsopgang tot zonsondergang, vaak met een douanier aan boord. In de laatste
jaren van het keizerrijk lag de visserij vrijwel geheel stil.
Geestgronden, 24 (2017), nr. 4
107