stukje Hoeverschelpweg. Inl880 drong de gemeente Egmond-Binnen dan
ook aan op opheffing van de tol aan wat zij noemde de Egmonderschelpweg.
De argumenten die ze daarvoor aanvoerde, maakten echter onvoldoende
indruk. Wel herhaalde Alkmaar zijn aanbod de tol over te doen aan het
waterschap de Oningepolderde landen onder Egmond-Binnen of aan de
gemeente, maar opnieuw kwam het er niet van. In 1901(7a) en 1910 probeerde
de gemeente Egmond-Binnen nogmaals de tol afgeschaft te krijgen, zij kreeg
in beide gevallen echter nul op het rekest. In 1910 verzocht de 'NVBrederode,
maatschappij tot het bereiden en verkopen van zuivelproducteneveneens om
vrijstelling van tolheffing, in dit geval voor melkwagens van en naar haar
bedrijf aan de Hoeverschelpweg. Ook dit verzoek werd afgewezen. Op een
nieuw aanbod van de gemeente Alkmaar om het onderhoud van de weg en de
tol over te nemen, ging de gemeente Egmond-Binnen niet in.
De tol hield uiteindelijk nog zes jaar stand; per 17 augustus 1916 werd de
tolheffing beëindigd.
Ondertussen in Egmond aan Zee
Egmond aan Zee nam veel meer tijd om zijn lening voor de aanleg van de
tolweg af te betalen. Pas per 1 januari 1927 was de lening afgelost en moesten
de tarieven worden herzien. In die tachtig jaar waarin de aflossing plaatsvond,
nam de gemeenteraad van Egmond aan Zee een paar in feite betekenisloze
raadsbesluiten waarin de tolheffing voor 25 of 30 jaar werd gecontinueerd
tegen ongewijzigd tarief(2a> 3b). De eerste keer vormde de nieuwe gemeentewet
van 1851 de aanleiding. Volgens die wet moest tolheffing door gemeenten
worden opgevat als een soort gemeentelijke belasting, waarvoor koninklijke
goedkeuring vereist was. De weg, tolboom en het tolhuis bevonden zich
destijds echter volledig buiten de gemeentegrenzen van Egmond aan Zee op
het grondgebied van de gemeente Egmond-Binnen, zodat er in dit geval geen
sprake kon zijn van een gemeentelijke belasting. Daardoor was evenmin
hernieuwde koninklijke toestemming nodig. Na de gebiedsuitbreiding van
Egmond aan Zee in 1865 (Afb. 7 geeft de nieuwe grenzen), waarbij de
gemeentegrens 750 meter opschoof in de richting van Egmond aan den Hoef,
kwam de tolboom wél binnen de gemeentegrenzen te liggen, maar niemand
maalde nog om de koninklijke goedkeuring.
In 1903 verhuisde nog eens 250 meter straatweg van de gemeente Egmond-
Binnen naar de buurgemeente. Een jaar later begon men het duingebied
tegenover het tolhuis aan de andere kant van de weg af te graven voor de
aanleg van een stationsemplacement (Afb. 10).
122
Geestgronden, 24 (2017), nr. 4