voor de vele vissers en schelpenvissers in het dorp om hun producten in de provincie af te kunnen zetten. Ook voor de bevoorrading met levensmiddelen en brandstoffen van elders was de weg cruciaal. Een rond 1840 door de gemeente Egmond aan Zee gewenste verbetering van de weg zou, zeker in combinatie met een eventuele schelpweg of een andere goed begaanbare verbinding tussen Alkmaar en Egmond aan den Hoef, de bloei en de welvaart ter plaatse ongetwijfeld ten goede komen. Zo hoefde dan bijvoorbeeld de vis niet meer eerst onder moeilijke omstandigheden naar Limmen gebracht te worden om van daaruit de reis naar de klant te vervolgen. Met de nieuwe weg zou de handelswaar via Alkmaar en het in december 1824 geopende Noord Hollands Kanaal sneller bij de afnemers in Amsterdam en verderop terecht kunnen komen. Korte tijd later overwoog de gemeente Alkmaar de eveneens in slechte staat verkerende weg door de Egmondermeer en de Bovenpolder naar Egmond aan den Hoef op een breedte van drie meter te brengen en te verharden tot schelpweg. Zo hoopte ze de verbinding met de duinkant te verbeteren en de bereikbaarheid van de stad vanuit de Egmonden te verzekeren(1). De wegen waarvoor een upgrade gewenst werd, lagen beide geheel of gedeeltelijk op het grondgebied van de gemeente Egmond-Binnen. Financiering In 1841 stuurde het gemeentebestuur van Egmond aan Zee, samen met de collega's van buurgemeente Egmond-Binnen, een uitvoerige brief aan Koning Willem II. Daarin vroegen zij om financiële middelen om de bestrating van een vier meter brede weg naar Egmond aan den Hoef mogelijk te maken. Dat kon als subsidie of als renteloze lening, terug te betalen uit de opbrengsten van een tolheffing (2b). De gemeenten zelf hadden geen geld of wilden dat er niet aan uitgeven. Naast de hierboven reeds aangehaalde voordelen van een verbetering van de verbinding, werden nog genoemd de eenvoudiger afvoer van goederen die door schipbreuk op het strand terecht zouden komen en een verbeterde bereikbaarheid van het wat achteraf gelegen Van Speykmonument, dat kort tevoren was ingewijd als eerbetoon aan deze 'nationale held'. De kosten werden globaal geraamd op 20.000 gulden. Een financiële tegemoetkoming zat er echter niet in; de gedachten gingen de jaren erna steeds meer uit naar een op de gebruikelijke wijze gefinancierde tolweg. De hoofdingenieur van Waterstaat in Noord-Holland onderzocht de mogelijkheden en maakte een schets van het rechtlijnig tracé van de geplande straatweg (Afb. 5). Ook de gemeente Alkmaar moest de financiering van haar plannen rond zien 116 Geestgronden, 24 (2017), nr. 4

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2017 | | pagina 14