Een samenwerking ontstond, waarbij wel de nadruk verschoof van het
historische aspect naar een meer algemene promotie van de Egmonden.
De tentoonstellingscommissie bestond inmiddels uit Arie Bos, Paul van
Sonsbeeck (burgemeester van Egmond-Binnen), Simon Pluimgraaff
(accountant en leraar boekhouden) en Johannes Verder (gemeentesecretaris
van Egmond-Binnen).
Gezamenlijk werd in januari 1912 toestemming gevraagd voor het houden
van de zo noodzakelijke loterij. Op de bewaard gebleven toelichting bij deze
aanvraag zijn enkele details van de loterij en de organisatie terug te vinden:
Men wilde 50.000 loten in omloop brengen
Verkoopprijs was 1 gulden per lot
Wederverkopers hadden recht op twintig procent commissie
Zesendertig procent van de opbrengst was uitgetrokken voor prijzengeld
Vier procent was uitgetrokken voor onkosten
Veertig procent van de bruto inkomsten was ten bate van de tentoonstelling
Als hoofdprijs noemden de aanvragers nu 'een pensiongebouw te Egmond
aan Zee, of een bedrag in contanten, gelijkstaande met de verkoopwaarde''
Overige prijzen waren voorwerpen van kunst en smaak'.
Op 13 februari werden tijdens een vergadering van de commissie, waarbij
ook erevoorzitter Eijma aanwezig was, de statuten en het huishoudelijk
reglement goedgekeurd. Ook werd besloten rechtspersoonlijkheid aan te
vragen, waarna de commissie een echte vereniging werd. De vereniging had
volgens de statuten het volgende doe
De bloei van Egmond aan Zee
en van de Binnen-Egmonden te
bevorderen door het houden van een
tentoonstelling van reddingswezen,
badbedrijf oud-Egmond, verzorging
van oude zeelieden en van zwakke
kinderen.
Afb. 2 Officieel briefhoofd van
de Vereniging Egmondsche
Tentoonstelling. Collectie Regionaal
Archief Alkmaar.
SJÜÉONDSCHE
"f Eb TOONSTELLING
W
A*
II f
J \f
1
57
Vyn^ralM lïlHlc
f\
1 - ikk# Kil de-,
O D
v„ //OL.
Geestgronden, 24 (2017), nr. 2/3