"Ik ben hier in de buurt opgegroeid" vertelde de vrouw. "Niet in deze straat, maar ik herinner me dat hier een familie Smit in het begin van de straat woonde. Maar waar die naar toe zijn gegaan dat weet ik niet." Op de vraag of het wel een echt Volendams kostuum was, kwam een bevestigend antwoord. De naam Smit hadden we ook al op de computer gezocht maar dat was onbegonnen werk. "Nöh, er zijn er wel doizenden," antwoordde de vrouw op z'n Volendams. In hetzelfde taaltje overlegde ze met haar man. We konden het enigszins volgen en moesten lachen toen in rap tempo "de Kaf en die van de Poep" voorbijkwamen. Bijnamen zijn wij op Derp wel gewend, voegden we eraan toe. Volgens ons woont er een dochter aan de Julianaweg." De man nam het over. "Dan ga je terug waar je vandaan gekomen bent. Tot aan de verbouwing. Dan het vijfde huis vanaf de hoek aan de rechterkant. Het nummer kennen we niet. Daar moet je maar vragen." Het ons-kent-ons-gevoel komt hier tot zijn recht. Het betreffende huis hadden we al snel gevonden. Een oudere dame zat voor het raam met een telefoon aan haar oor. De tamtam werkte al. Het duurde even voor de deur openging. We vertelden ons verhaal en hoe we bij haar terecht zijn gekomen. "Ja, ik ben een Smitje, maar dit zegt mij niets. Dan moet je naar het Zuideinde gaan. Daar woont haar oudste dochter en die weet meer dan ik." Ondertussen was een andere vrouw, die ons argwanend vanaf de overkant had bekeken, bij ons komen staan. Je weet immers maar nooit. Drie van die vreemde mensen bij een alleenstaande vrouw aan de deur. Het beschermende dorpskarakter werd hiermee nog maar eens bevestigd. Trijntje Smit Het aangegeven adres was dichtbij. Na ons voorgesteld te hebben lieten we weer de foto zien met het adres op de kaart. "Ja," zegt ze, "mijn moeder heet Trijntje SmitZe wachtte een tijdje toen ze de foto bekeek en zegt opeens: "Dat is mijn moeder die op de foto staat!" Verbaasd keken we elkaar aan. Het verhaal nam een heel andere wending. De juffrouw op de foto in het Völendammer kostuum was Trijntje Smit zelf. Maar hoe komt Trijntje Smit nu op een Egmondse ansichtkaart? Dat begreep de dochter ook niet helemaal. Maar vervolgt ze: "Mijn moeder heeft in Egmond aan Zee gewerkt. In een souvenirwinkel. Bij een mejuffrouw Belleman". Geestgronden, 24 (2017), nr. 2/3 99

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2017 | | pagina 49