Mevrouw Trudy Laméris-Essers, een dochter van de kunstenaar, had van
haar vader nooit iets gehoord over Wip, maar het portret moest nog ergens
op een zolder staan achter veel ander werk. Een halfjaar later kwam ze het
brengen als bruikleen voor het Museum van Egmond. 'De stroperis nog t/m
31 oktober 2017 in het museum aan de Zuiderstraat 7 te bewonderen.
Het schrift van Jaantje Koper
Het portret was dan wel gevonden, maar het verhaal zat vast. Niemand leek
nog iets te weten over Wip. Geheel onverwacht werd het raadsel opgelost.
Van Theo en Alie Wijker kreeg ik 'zomaar' een schrift te leen met herinnerin
gen van Jaantje Zwart-Koper (1907 - 1996). Deze in Egmond zeer bekende,
zeer doortastende vrouw zat vol verhalen. Ze had in 1983 op verzoek van de
Wijkers kleine anekdotes opgeschreven over de vele Derpers die ze kende
en hun bijnamen genoemd. Op blz.13 stond tot mijn verrassing: 'Klaas de
Kat en vele Katjes waren Wijker van naam. Hij had ook nog drie vrijgezellen
broers, allemaal klein van stuk. Klaas de Kat was ook een klein ventje. Die
broers woonden bij elkaar en het gezegde was omdat ze klein waren: 'Jankie,
Wip en de Loods kennen alle drie in een doos. 'De Loods ventte met een mar-
sie en ging iedere maandag met z 'n handel op stap. Het was veters of zeep
en band. De meeste mensen kochten wel wat want het was een klein kereltje
met een hoog ruggie
De loteling
Met de namen van vier broers was de stamboom van Wip zijn familie snel
gevonden (8). Wip blijkt de oudste broer te zijn van de in Egmond nog wel
bekende Klaas Wijker (Klaas de Kat 1872 - 1963). Zoals zo vaak in die tijd
is het familieverhaal één brok ellende. Albert Wijker wordt op 28 maart 1854
geboren als Albert Stam, zoon van Trijntje Stam (1828 - 1908). Meester
Gantvoort en veldwachter Jozeph van der Pol zijn getuigen van de aangifte.
Een maand later trouwt Trijntje met Pieter Wijker, (1825 - 1878) die het kind
erkent en zijn naam geeft. Ze krijgen nog vijf jongens en zes meisjes, maar
alle meisjes sterven kort na of in het jaar van hun geboorte. Albert's broer
Pieter is 25 als hij op zee verdrinkt. De broers Engel en Klaas (de jongste)
zijn de enigen die trouwen.
Als Albert twintig is, komen we hem met leeftijdgenoten tegen in het nati
onale militieregister. Willem Verbeek gaf me die tip.(9) De 'loteling' Albert
is arbeider, heeft grijze ogen en is 1,59 m. lang. Zoals veel Derpers heeft hij
voorkeur voor de zeemacht, maar hij moet zich op 2 mei 1874 melden bij het
7e regiment infanterie. Om meer aan de weet te komen over Albert ging ik
ook te rade in de Prins Hendrik. (Officieel wordt 'Stichting' tegenwoordig
weggelaten uit de naam.)
Geestgronden, 24 (2017), nr. 2/3
87