De goede verkoopcijfers gaven de organisatoren de gelegenheid een aantal zeer bijzondere acts te boeken en zo ontstond een veelzijdig programma, geschikt voor jong en oud. Eén van de hoogtepunten van de tentoonstelling zou het Bioscoop Paleis van Alberts Frères worden. Alberts Frères was de bedrijfsnaam van de broers Albert en Willy Mullens, die in 1899 het eerste Nederlandse filmproductiebedrijf oprichtten. Zij waren de belangrijkste filmakers en filmvertoners in Nederland, in het begin van de twintigste eeuw. Ze maakten vele films (vaak niet langer dan een paar minuten), waarin ze ook nog eens regelmatig zelf de hoofdrol speelden. Er waren immers nog nauwelijks acteurs en actrices. Ook werd er voor de tentoonstelling een echt Poesje-Nelle theater geboekt. Dit Belgische fenomeen vond zijn oorsprong op Sicilië (Poesje-Nelle was een verbastering van de Italiaanse poppenheld Pulcinellaen bestond uit voorstellingen met poppen op houten stokken. Het grootste succesnummer zou echter 'De Vliegende Mangaan worden. Deze zeer bijzondere act werd uitgevoerd door de Joodse circusbroers Boesnac en was een waar spektakel. Het was wat wij tegenwoordig een tokkelbaan noemen, waarbij dankbaar gebruik werd gemaakt van het nabijgelegen Kurhaus met al zijn torentjes. Tussen het hoogste punt van het Kurhaus en het evenemententerrein werd een staalkabel gespannen, waarlangs één van de Boesnac-broers zich naar beneden zou laten glijden aan een soort haak. De Vliegende Man landde zo meerdere keren per dag onder groot applaus op het tentoonstellingsterrein. Behalve deze succesnummers waren er ook nog incidentele acts geboekt. Deze acts werden op 'speciale feestdagen' ingezet, waarmee de woensdagen en de zondagen werd bedoeld. Zo was daar de blonde en tengere Tilly Kalkhoven, die op haar vijftiende furore maakte met het zingen van liedjes, terwijl er allerlei duiven op haar hoofd en schouders zaten. Ook de toen bekende marktkoopman Cocadorus kwam een dagje zijn kunsten vertonen in Egmond aan Zee. Cocadorus (echte naam Meijer Linnewiel) was een echte Amsterdamse volksheld, die vooral bekend stond als briljant fantast en praatjesmaker. De mensen hingen altijd aan zijn lippen en dat zal op de tentoonstelling niet anders geweest zijn. Geestgronden, 24 (2017), nr. 2/3 63

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2017 | | pagina 13