In artikel 2 staat: 'Geen liefdewerk moet geacht worden vreemd te zijn aan
de Vereeniging, ofschoon zij meer bepaaldelijk ten doel heeft, het bezoek van
arme huisgezinnen (10)
Als je de notulen leest van de wekelijkse bijeenkomsten, die 'Conferenties'
worden genoemd, valt op dat gebed en bezinning een belangrijk onderdeel
vormen. Iedere week wordt begonnen met gebeden, waarna een lezing volgt.
De conferentie wordt uiteraard ook iedere week afgesloten met een gebed.
Alles volgens het reglement. Over de lezing staat in het reglement: 'De god
vruchtige lezing moet met aandacht geschieden en noch te kort, noch te lang
zijn...
Deze regel wordt ook in Egmond serieus genomen en iedere week wordt
uitvoerig in de notulen beschreven waar de lezing over gaat. Zo gaat op 15
december 1908 de lezing over een knaap van 16 jaar die door het lezen van
slechte lectuur het slechte pad opging. De secretaris voegt er in de notulen
aan toe dat hieruit geleerd moge worden dat onzedelijke geschriften zoo
hoogst nadelig werken op vele, vooral jeugdige personen.(12) En zo is het
maar net.
Een belangrijk onderdeel van de conferentie is het uitdelen van de 'bons'
voor ondersteuning in natura en daarbij kan ieder lid aangeven hoeveel on
dersteuning hij wenst voor welke gezinnen. Indien nodig worden er inlichtin
gen verstrekt over de behoeftige gezinnen. Zo komt er natuurlijk ook regel
matig 'gevoelige' informatie op tafel over deze gezinnen en dan is het zaak
om daar discreet mee om te gaan. Dat dit niet altijd het geval is blijkt wel uit
de notulen. Daarin staat dat de President iets in het midden heeft te bren
gen omtrent iets, dat hij al meermalen heeft gezegd, n.l. dat wanneer in deze
Conferentie zaken behandeld worden, gebeurt het wel eens dat die zaken niet
binnen deze muren blijven. Dat mag in geen geval.
Die discretie met betrekking tot de gezinnen die ondersteuning krijgen speelt
ook in de begintijd van de vereniging een rol. In de eerste jaren kom je nau
welijks namen tegen van de behoeftigen en uit de notulen blijkt dat zelfs in
de vergadering namen niet altijd werden genoemd. Soms tot ongenoegen van
enkele leden. Tijdens een conferentie in 1899 ontstond een enigszins on
verkwikkelijke discussie, waarbij men het echter niet eens wordt, vooral wijl
sommige broeders menen dat het omwille der onbetrouwbaarheid onderling
beter is namen niet te noemen.Het vertrouwen in elkaar was blijkbaar
niet zo groot.
Geestgronden, 24 (2017), nr. 1
7