Gemeentewet In 1851 werd in het Nederlandse Parlement een gemeentewet aangenomen, waarin allerlei zaken rond gemeenten en het bestuur daarvan werden gere geld (3). Hoewel er niet met zoveel woorden in stond dat kleine gemeenten opgeheven moesten worden, kwam het er in de praktijk toch min of meer op neer. In een hele reeks afzonderlijke wetten werden gemeenten met weinig inwoners ondergebracht bij volkrijker buurgemeenten. Ook Wimmenum moest eraan geloven. Hoewel de oppervlakte van de ge meente veel groter was dan bijvoorbeeld die van Egmond aan Zee, moest ze toch samengaan met Egmond-Binnen. Niet het aantal vierkante meters telde namelijk, maar het aantal kiesgerechtigden. Aanvankelijk werd de grens ge legd bij 25 kiezers, later werd die drempel verlaagd tot 15, maar het was duidelijk dat Wimmenum, rond 1856, met nog slechts vier tot zeven kiesge rechtigden er ver onder bleef (zie toelichting in kader). Samenvoegingswet Al op 6 januari 1853 kwamen Gedeputeerde Staten van Noord-Holland met een voorstel om de gemeenten Wimmenum en Egmond-Binnen samen te voe gen. Ze kregen er de handen van de Wimmenummer gemeenteraadsleden, die het plan op 7 februari van dat jaar bespraken, niet mee op elkaar; talrijke be zwaren passeerden de revue. Toch was de schaalvergroting niet meer tegen te houden. Op 19 april en 8 juni 1856 ontvingen de leden van de Tweede Kamer namelijk in totaal 28 voorstellen tot het samenvoegen van kleine gemeenten in Holland, Zeeland en Utrecht met grotere buurgemeenten(4ab); bovenaan de lijst prijkte het voorstel tot samenvoeging van de gemeenten Egmond-Binnen en Wimmenum. Hoewel de Wimmenummers ruim drie jaar aan het idee van een gemeente lijke fusie hadden kunnen wennen, waren ze eensgezind en strijdbaar in hun protesten tegen het als vernedering ervaren dreigend verlies van zelfstandig heid. De kiesgerechtigden behielden weliswaar hun stemrecht, maar konden gemakkelijk het onderspit delven tegen de 51 kiesgerechtigde Binders. De eerste tekenen van 'smalende hoogmoed' in Egmond waren al gesignaleerd. Natuurlijk waren er ook financiële motieven; het ontbreken van gemeente lijke belastingen en het gratis onderwijs waren dierbare verworvenheden. Als het belastingregime van Egmond-Binnen zou gaan gelden, betekende dat 10 opcenten (zie toelichting in kader) op gebouwde en onbebouwde eigen dommen, 4-20 opcenten op de Rijks-personele belasting, 50 opcenten bij het slachten van vee en op het binnenlands gedestilleerd, 30 opcenten op buitenlands gedestilleerd en 20 opcenten op buitenlandse likeuren. Een vat wijn zou acht gulden duurder worden(2b). Dat de accijnzen op sterke drank in Egmond aan Zee het dubbele bedroegen van die in Egmond-Binnen(4c) was slechts een schrale troost. 36 Geestgronden, 24 (2017), nr. 1

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2017 | | pagina 38