f»'-~
gemeenten maar ook met de gemiddelden in Nederland. De meeste boeren,
zelfs de keuters hadden in die tijd minstens twee paarden. Dit hing samen met
de bespanning van wagens en ploegen, waarvoor men altijd tenminste twee
paarden nodig had(10). Een mogelijk bewijs voor de marginale betekenis van
de akkerbouw in het Egmondse boerenbedrijf. Werd er misschien ook meer
gespit dan geploegd?
De teelt bestond uit granen, bonen, erwten als veevoer en vetzaad voor de
verkoop op de Alkmaarse zaadmarkt (11). Het nieuwe gewas de aardappel,
omstreeks 1750 geïntroduceerd en eerst aarzelend in het teeltplan opgeno
men, heeft in 1811 in zakken de hoogste opbrengst (Afb. 15). Deze teelt
vereist wel een zware bemesting, waarin mogelijk door de aanvoer van stads
heer met de trekschuit kon worden voorzien.
Over de bloembollenteelt, de hedendaagse monocultuur op de geestgronden,
wordt in de bronnen nog niet gerept.
A/;,-*
p/Lrzt^
.'y./
fA,r
dót J/>4
/)ry - 'A-.y
Afb. 13 Detail voor het jaar 1811 van de 'Staat der Rundbeesten, Schaapen,
Lammeren, Geiten, en vette of jonge Varkens, als meede de Middenprijs van
elk stuk na aftrek van het verkochte vel, en eyndelijk de Prijs van 'tpond vlees
berekend na de gewigte en Middenprijs. Dit alles van 't Jaar 1809-1810
1811-1812 van de Gemeente van de Binnen Egmonden met Rinnegom, op
den 26 Julij, 1813 '(,2).
V il J-
V<.
t t J
t V/1
y..
Jn/*/ I
j&fs,
/j
-
J.
''"I
-
..7
/Z.''
20, o
o
t
- l 1 - Ao y %i
24 Geestgronden, 24 (2017), nr. 1