Gemengd bedrijf
Le Francq van Berkhey roemt het Kennemerlandschap tussen Beverwijk en
Egmond als het mooiste van Holland want 'alomme ziet men hier bosch, of
ontdekt men weiland, of rijke koorn- en boekweitvelden, met geboomte en in
ontelbaare menigte van allerlei kruiden omboord'(6).
Nogmaals, gedetailleerde beschrijvingen van het boerenbedrijf uit die tijd
ontbreken. Toch valt er uit historisch-geografische bronnen en de verplichte
opgaven uit de franse tijd wel een redelijk beeld te schetsen van het reilen en
zeilen van de Egmondse boeren.
Bij de dorpen van het Duinkavel: Egmond-Binnen, Heiloo, Limmen, Castri-
cum, Heemskerk, Beverwijk en Wijk aan Zee en Duin, was ongeveer 80%
van de het landbouwareaal weide- en hooiland, de resterende 20% bestond
uit akkers en tuinderijen(7). Een zeer gevarieerd landschap, waarbij het grond
gebruik werd bepaald door de fysische factoren grondsoort en waterstand: de
weiden en hooilanden in de vochtige en soms venige polders, het bouwland
op de hogergelegen zandige geestgronden(8). Onder deze natuurlijke omstan
digheden voerden de Egmondse boeren het zogenaamde gemengd bedrijf,
een eeuwenoud systeem, waarbij veeteelt en akkerbouw op een ecologisch
evenwichtige wijze op elkaar waren afgestemd. De koeien, schapen, paarden
en varkens leverden de mest voor de schrale zandakker, de akker op haar
beurt levert het wintervoer voor het vee.
De nadruk lag op de rundveehouderij (Afb. 13). Geen ossen voor de vetmes
terij, maar melkvee voor het maken van 'zoetemelksche kaasen boter dat
op de nabije Alkmaarse kaasmarkt werd verkocht. De schapen vormden een
zekerheid waar de boer tijdens de jaren van runderpest op kon terugvallen.
Wellicht werd de schaapskudde ook in het duin geweid. En opmerkelijk veel
varkens als complement van de zuivelbereiding. In de zomer liepen deze in
het weiland en werden bijgevoerd met afval, aardappelkriel, karnemelk en
wei, een bijprodukt van de kaasmakerij. Tegen de herfst gingen zij in een hok
met plankenbodem en werden dan snel afgemest met een pap van wei met
gerstemeel, erwtenmeel en bonenmeel. Het Noordhollandse varken, kort van
stuk, gedrongen met korte poten, werd voor de consumptie hoog gewaar
deerd, meer dan het varken uit Gelderland en Friesland(9).
Op de verzamelstaat in afbeelding 14 staan 30 oudere trekpaarden en 17 jon
ge paarden vermeld. Opvallend weinig in vergelijking met de omliggende
Geestgronden, 24 (2017), nr. 1 23