Witsen werd in Egmond aan den Hoef ter aarde besteld in het kerkje uit
1229 bij de ruïne van het kasteel van de graven van Egmond. Deze slotkapel
werd in 1633 op kosten van de Staten van Holland ingrijpend gerestaureerd
en bestaat nog steeds, inclusief het graf van Witsen. Een monumentale
gedenkplaat met Latijnse tekst memoreert de naam en de maatschappelijke
status en verdiensten van wijlen Nicolaes Witsen.
Bij leven van Nicolaes Witsen was de hofstede Tijdverdrijf overigens niet het
enige buitenhuis in zijn bezit. In 1691 erfde hij van eerdergenoemde Comelis
Maertensz. Tromp de buitenplaats Trompenburgh aan de Amstel. Witsen
werd in 1704 benoemd tot ambachtsheer van Amstelveen en verbleef in de
zomermaanden niet alleen graag op Tijdverdrijf maar ook op Trompenburgh.
Dit laatste bleek uit zijn brieven aan Cuper vanuit 'Amsterveen buyten
Amsterdam(53) In augustus 1712 schreef hij zijn vriend dat hij daar rust vond
omdat hij daer buyten het gewoel van de statwas.
Na 1717
Catharina Hochepied, echtgenote en erfgename van Nicolaes Witsen, was
gezien haar leeftijd en zwakke gezondheid niet meer in staat om actief
gebruik te maken van het huis Tijdverdrijf. Zij verhuurde de hofstede eerst
aan Mies Jansz. Brincker, vervolgens aan diens weduwe Guurtje Jacobsdr.
Deze was eerder weduwe van de hiervoor genoemde Dirk Pruym, de eigenaar
van de bleekerij. Na het overlijden van Catharina Hochepied in 1728 ging het
bezit vanwege het ontbreken van eigen nazaten over naar de gezamenlijke
erfgenamen van de in 1698 overleden Catherina Optie, de erfgename van
Comelis Witsen en moeder van wijlen Nicolaes Witsen.
In 1747 verkocht Abraham Follé namens hen de hofstede Tijdverdrijf met het
grootste deel van de landerijen aan Gijsbert Boomcamp te Alkmaar.(54) Dit
was de eerdergenoemde Boomkamp in wiens manuscript uit 1740, De stadt
Alkmaer met haare dorpen, topografische beschrijvingen worden gegeven
die hij maakte tijdens de bezoeken die hij en zijn vrienden brachten aan een
aantal Noord-Hollandse dorpen, waaronder Egmond aan den Hoef. (55) Zij
bezochten ook het kerkje met het graf van Witsen; bij de overgeschreven
tekst van het grafschrift noteerde Boomkamp: 'deze is geweest eygenaer van
Tijdverdrijff'Curieus genoeg zou hij zeven jaar jaren later zelf eigenaar van
Tijdverdrijf worden!
Op dezelfde 27 ste april waarop in 1747 de verkoop van Tijdverdrijf plaatsvond
verkocht voornoemde Follé namens de erfgenamen ook het 'Heerenhuys'
aan de Hofstraat met ...koetshuis, stalling en boomgaard in het midden
van Egmond aan den Hoef aan Jan Breek, meester timmerman te Egmond
146 Geestgronden, 23 (2016), nr. 4