Witsen werd verkocht.(43) Het transport van de koopakte vond overigens pas
in 1680 plaats en wel op naam van de erfgenamen van Witsens zoon Johan
Comelisz. (1636-1675).(44) Na de dood van zijn vader in 1669 was de oudste
zoon Jan c.q. Johan kennelijk de erfgenaam en koper van dit huis; door diens
overlijden in 1675 kwam het vervolgens in handen van zijn erfgenamen.
Bij het verscheiden van Comelis Witsen in 1669 omvatte zijn onroerend goed
bij Egmond aan den Hoef naast de hofstede en de huizen ruim 20 morgen
aan landerijen. De verdeling en afhandeling van de erfenis nam enige tijd
in beslag. De hofstede en omringende landerijen van Tijdverdrijf werden
tussen 1674 en 1681 in een noordelijk en een zuidelijk deel gesplitst. Het
noordelijk deel met de hofstede en daarbij behorende landerijen ging naar
zoon Nicolaes, het zuidelijk deel met de bleekerij naar diens broer Lambert
(1638-1697).(45)
Lambert Comelisz. maakte niet zelf gebruik van zijn nieuwe bezit maar
verhuurde de bleekerij, zoals blijkt uit de vermelding in het kadaster van 1682:
Afb. 26 Nicolaes Comelisz. Witsen.
Gravure door J. Houbraken (1668) naar
schilderij van Michiel van Musscher
Geestgronden, 23 (2016), nr. 4
143