van Tijdverdrijf lag ten noordwesten van de buurtschap Rinnegom, aan
de rand van het duingebied dat Egmond aan den Hoef en Egmond-Binnen
van de zee scheidt en ten zuiden van de Luytjeslaan, waarvan het via een
toegangspad bereikbaar was.
Na het overlijden van Jan Brederoe in 1629 kwam het perceel Tijdverdrijf
in het bezit van Johannes Picardus, de echtgenoot van zijn dochter. (19) Het
is niet uitgesloten dat toen reeds een stolpboerderij op het terrein stond; de
nieuwe eigenaar Picardt liet er in ieder geval een 'huismanswoning' met de
naam Tijdverdrijf (aan-) bouwen waarin het gezin, dat uiteindelijk zeven
kinderen zou tellen, ging wonen.(20)
Opmerkelijk is dat Picardt zich in de transportakte Johannes Picardus liet
noemen; de jonge predikant had kennelijk aan status gewonnen.(21) Dit hield
ongetwijfeld verband met het feit dat hij in 1628 in Leiden was gepromoveerd
tot 'Doctor Medicinae'. Aangezien zijn promotor Adolphus Vorstius niet
alleen hoogleraar in de geneeskunde maar ook in de kruidkunde was, is het
aannemelijk dat Picardt vooral interesse had voor kruiden en planten met een
medicinale werking.(22)
In de volgende jaren verwierf Picardt, deels door aankoop en deels door
erfpacht, een groot aantal percelen grond in de directe omgeving van
de hofstede. Hierdoor groeide de oorspronkelijke 2,5 morgen uit tot de
eerdergenoemde 18 morgen. Picardt zorgde voor de cultivering en bewerking
van het land, ondermeer door het met eist en ander geboomte en groente
te mogen beplanten, de conijnen daaruit te houden, de gaten doen stoppen
Hij hield zich ook bezig met landbouwkundige experimenten; het ligt
voor de hand dat daarbij sprake is geweest van de kweek van planten voor
medicinale doeleinden.<23)
Dat hij naast zijn functie als predikant andere besognes had, met name
zijn 'practijck der medicinaeviel op de duur niet in goede aarde bij de
ouderlingen van zijn gemeente. Na een twist met de classis van Alkmaar
vertrok Picardt in 1643 met vrouw en kinderen voorgoed naar Drenthe. (24)
Aanvankelijk werkte hij als predikant in Rolde en woonde hij met zijn gezin
in het dorpje Rhee ten noorden van Assen. In 1647 werd hij in Coevorden
beroepen waar hij zich niet alleen verdienstelijk maakte als predikant, maar
ook als initiator van landbouwkundige activiteiten. De door hem gestichte
landbouwkolonie zou later met de naam Piccardie aan hem herinneren en dit
was ook het geval met het Coevorden-Piccardie kanaal dat in de twintigste
eeuw gegraven en naar hem vernoemd werd.
Een interessant gegeven is dat Picardt zich ook bezig hield met archeologisch
onderzoek en de auteur was van geschiedschrijving van de Drenthe. Zijn in
138 Geestgronden, 23 (2016), nr. 4