duur mocht dat niet baten. Op maandag 27 november 1741 werd, na een
paar dagen stormachtig weer, de Sint Agnestoren door het woedende water
en de orkaanachtige wind voor driekwart vernield. De oostelijke muur met
enige gedeelten van de zijmuren, hielden nog stand. Ruim een jaar later, op 7
februari 1743, stortte ook het laatste deel van de toren in zee.
In 1746 werd op kosten van het Rijk een nieuwe kerk gebouwd. Deze kerk
werd in het meest oostelijke deel van het dorp gebouwd, zo ver mogelijk van
de zee. Het is nog steeds in gebruik en staat nu midden in het dorp op de hoek
van de Trompstraat en de Voorstraat.
Van de 1200 inwoners van Egmond aan Zee rond 1740 was het overgrote deel
(oud-)katholiek. Het dorp telde slechts 80 hervormden ofwel protestanten,
vandaar dat in 1746 maar een kleine hervormde kerk gebouwd werd. Omdat
de protestantse parochie zich in de loop der jaren uitbreidde is er in 1897 een
deel aan de kerk aangebouwd.
Preekstoel
In 1798, het jaar dat de volledige godsdienstvrijheid tot stand kwam, werd
de Amsterdammer Johannes Glasbergen benoemd tot pastoor van de oud-
katholieke kerk. Op 21 december 1798 droeg hij zijn eerste heilige mis op in
de oud-katholieke schuilkerk aan de Zuiderstraat.
In hetzelfde jaar dat pastoor Glasbergen naar Egmond aan Zee kwam, werd
de oud-katholieke kerk van de Heilige Anna (De Pauw) in de Amsterdamse
Keizerstraat gesloten. De preekstoel uit die kerk verhuisde naar de schuilkerk
in de Zuiderstraat. Deze is nu nog te bewonderen in de oud-katholieke kerk
in de Voorstraat.
Nieuwe kerk aan de Zuiderstraat
Pastoor Glasbergen, pastoor van de oud-katholieken van 1798 tot 1860, trof
bij zijn komst een vervallen kerkje aan. De nieuwe preekstoel zal dat nog
meer hebben doen opvallen. Mede door het feit dat de vrijheid van godsdienst
teruggekeerd was werd besloten een nieuwe kerk te bouwen. Het dorp was
arm. Dat was te zien aan de bouwtrant van het eerste 'niet-schuilkerkje' van
de oud-katholieken (Afb. 2). Het leek meer op een schuur dan op een kerk.
De eerste steen ervan werd gelegd op 10 juni 1801 door de 88-jarige Dirk
Engelen Visbeen (Afb. 3). De kerk lag toen midden in het dorp. Het was
inwendig 12 meter lang en ruim 6,5 meter breed en er waren 376 zitplaatsen.
Van het Rijk was in 1829 fl. 1000,- ontvangen voor de uitvoering van
herstelwerkzaamheden. Aan nieuwbouw hoefde men toen nog niet te denken.
Het aantal kerkgangers groeide net als het aantal inwoners nauwelijks. Eind
Geestgronden, 23 (2016), nr. 2/3
53