Van student tot bisschop
George van Egmont werd geboren op 2 juli 1504 in het Slot op den Hoef. Hij
was het negende kind van graaf Jan III van Egmont, stadhouder van Holland,
en gravin Magdalena van Weerdenburg. Jan en Magdalena waren de laatste
graaf en gravin uit het Huis van Egmont die het Slot op den Hoef bewoond
hebben. Zij stierven resp. in 1516 en 1538. In een door Jan III in de Slotkapel
opgerichte graftombe, die in 1573 werd beschadigd en in 1799 werd vernield,
werden zij bijgezet. Na hen werd het Slot beheerd door een casteleyn, zoals
ene Loeff van Herlaer1}, die in het Slot stierf in 1566 en eveneens is begraven
in de Slotkapel.
Op zeer jeugdige leeftijd werd George met zijn broer Jan IV (1499-1528)
naar Leuven gezonden om te gaan studeren aan de universiteit aldaar. (Jan
IV trouwde in 1516 met gravin Fran9oise van Luxemburg. Zij zijn de ouders
van Lamoraal I, die in 1568 te Brussel werd onthoofd. George zou niet de
enige zijn uit het gezin van Jan en Magdalena, die in de geestelijkheid trad.
Zijn zuster Anna werd in 153 8 door keizer Karei V benoemd tot abdis van de
Cister-ciënser abdij te Loosduinen.) Tijdens hun verblijf te Leuven werden
George en Jan in 1520 voorgesteld aan keizer Karei V, toen deze de stad en
de universiteit bezocht. Ook was George goed bekend met Erasmus van Rot
terdam, die van 1517 tot 1521 te Leuven studeerde. Na zijn studietijd werd
George op 2 januari 1526 als kanunnik opgenomen in het Domkapittel van
St. Lambert te Luik, en op 10 maart 1534 werd hij benoemd tot deken van dit
kapittel. Nog in hetzelfde jaar werd hij verkozen tot abt van de Benedictijner
abdij van St. Amand en, op voorspraak van keizer Karei V, op 10 december
1534 verkozen tot bisschop van Utrecht. Aangezien George nog diaken was,
ontving hij op 27 Juni 1535 de priesterwijding en werd twee dagen later,
op 29 Juni, in de abdijkerk van St. Amand tot bisschop gewijd. Zijn eerste
Heilige Mis vierde hij op de feestdag van Maria Visitatie, 2 juli 1535. Zijn
benoeming werd kort daarop nog eens bekrachtigd door paus Paulus III.
Utrecht en St. Amand
Aanvankelijk bevond George zich afwisselend te Utrecht en St. Amand. Het
Bisdom Utrecht (Holland boven de Moerdijk) was destijds een omvangrijk
gebied met zo'n 600.000 zielen.
De laatste jaren van zijn leven verbleef hij steeds meer te St. Amand. Een van
zijn hulpbisschoppen, Nicolaas van Nieuwland, werd in 1561 tot bisschop
van Haarlem en abt van Egmond benoemd. Over deze hulpbisschop werd
niet gunstig geoordeeld. Zijn bijnaam 'Droncken Claesje' geeft te denken.
Van 1561 tot 1570 verbleef hij als abt-bisschop regelmatig in de abdij van
4 Geestgronden, 23 (2016), nr. 1