laadje' waarin een etui lag met scheerspullen speciaal voor de overledenen.
Laadje 14 was voor het kleingeld en het laadje erboven voor papiergeld. Je
wist precies wat in welk laadje lag, bijvoorbeeld de AgreGola tabletten voor
Dick, laadje 4. Die had altijd zo'n last van zijn keel.
Dameskapper
Net als Dick vond Afie het heerlijk om in de Scheerwinkel te werken. Ook zij
had het in haar vingers en leerde snel. Ze was 14 toen ze alles al kon, scheren
en knippen. Ze knipte ook kinderen, jongens en meisjes, ze draaide nergens
haar hand voor om. Het enige wat ze nog niet kon was het kappen van de
dames, dus ging ze solliciteren bij kapsalon van Merwijk in Alkmaar. Mijn
vader ging mee. Van Merwijk stelde voor om de kappersschool te volgen
terwijl ze bij hem werkte, maar daar had Afie geen zin in. Van Merwijk zag
waarschijnlijk wel wat in haar en gaf haar de kans om te laten zien wat ze
kon. Ze kreeg drie weken en daarna zou ze dan te horen krijgen of ze mocht
blijven en ook dan pas zou ze haar geld krijgen. Ze wist niets van het reilen en
zeilen in zo'n dameskapsalon en was zich ook niet bewust van de hiërarchie
die daarin heerste. Als leerling moest je doen wat er gezegd werd en mocht je
niet zomaar je eigen gang gaan. En afrekenen mocht al helemaal niet. Maar
zo spontaan als ze was begroette ze de eerste klanten die toen binnenkwamen
- mevrouw Houdijker met de tweeling uit Egmond aan de Hoef - nodigde ze
uit in de stoel en ging aan de gang. Ze kon heel goed met kinderen overweg,
dus dat ging allemaal prima. Ze riep haar baas pas toen ze moest afrekenen,
want ze wist nog niet wat het kostte. Normaal gesproken zou de baas hebben
ingegrepen, maar die bekeek het zo vanuit het kantoor waar hij aan het werk
was en liet haar begaan. Wat hij zag beviel hem. Ze kreeg aan het eind van
de week haar salaris - f 35 - en was aangenomen. Dat was dus op haar 14de.
Ze was 15 jaar (1952) toen ze een droogkap cadeau kreeg van mijn ouders.
Een Indola van f750. Dat was wat! Maar ze zagen haar talent en dus creëerde
mijn vader haar 'dameshoek' in de Scheerwinkel en ging ze 's avonds thuis
aan de gang. En zo hadden ze dan toch nog hun dameskapper. Ze kapte toen
ook heel veel badgasten, bijvoorbeeld uit de huisjes die bij Lou Schuit in de
West stonden. Ze was blij dat ze inmiddels bij van Merwijk had ontdekt dat
er een crèmebehandeling was voor droog en dor haar, want dat had ze nodig.
Veel van die vrouwen blondeerden hun haar en dan kreeg ze er geen kam
door.
Geestgronden, 23 (2016), nr. 1
37