mobilisatie. Toen heerste er roodvonk in ons gezin en dat was toen nog een
gevaarlijke ziekte.
Moeder Trien: 'Roodvonk! Huug mocht niet weg. Er was bericht naar Den
Helder gestuurd dat hij vanwege besmettingsgevaar thuis moest blijven. Wij
mochten allemaal nergens heen. Niet naar de kerk of visites afleggen en we
kregen ook geen volk. Er stond 6 weken voor. De Scheerwinkel verhuisde
naar het huisje waar later oude Schilder in zat, vlak bij de oude school (op 't
Stet). Dick, die ziek bij opoe Zentveld lag, kwam weer naar huis toe. We haal
den de beddeuren eruit en zo leefden we in die weken. Leo nam rookwerk,
kachelhoutjes mee naar het Stet en kwam tussen de middag eten. Dan vroeg
ik hoe het ging. Hij was zo koud! Hij kon de kachel niet aankrijgen, want dat
deed ik altijd.
Ze hadden gehoopt dat mijn vader die 6 weken wel thuis mocht 'uitzitten',
maar dat was niet het geval. Een paar dagen later werd hij al opgeroepen en
moest hij zich melden in Den Helder en het daar uitzieken. In een brief aan
mijn moeder schreef hij dat hij wenste dat zij daar lag omdat ze zo goed te
eten kregen. Mijn vader: 'Moe, lag jij hier maar. Zo best van eten. Alle dagen
biefstuk.Nu was dat misschien ook niet helemaal volgens de waarheid, maar
dat het beter was dan ze het thuis hadden, was wel zeker.
Afb. 17 De winkel van Janus Groen aan de Heerenweg
32 Geestgronden, 23 (2016), nr. 1