De vissers.
Met 79 man vormen de vissers verreweg de grootste beroepsgroep. Met een
relatief groot aantal ouderen, zelfs drie zeventigplussers, verbazingwekkend
bij zo'n zwaar beroep. Was het hun beroepservaring of de armoede die hen
hiertoe verplichtte?
Visser was altijd al een zuinig bestaan, door het Continentaal Stelsel van kei
zer Napoleon beleefde men extra zware jaren. Dit stelsel was gericht op een
algehele blokkade van Engeland en legde de handelsvaart en de visserij gro
tendeels stil. Voor de vissers was alleen nog de kustvisserij mogelijk, het was
hen namelijk verboden langer dan 24 uur in zee te blijven. Deze beperking
betekende de nekslag voor de visserij van Wijc op SeeA\ de vissers vervielen
daar tot bittere armoede. Vanuit Egmond werd lucratief smokkelhandel met
Engeland bedreven, van smokkelhandel verdachte schippers kregen dan ook
een franse soldaat mee aan boord5).
Alleen een zekere Engel Knijn laat zich als schelpenvisser inschrijven. Toch
werd er door veel meer mannen geschulpt, het register vermeldt alleen het
hoofdberoep. De schulpers reden met de skillepekar naar de kalkovens aan
de Hoevervaart, toen reeds of later pas eigendom van de familie Ruigewaard.
De lezer zal begrijpen dat in tijden van geen of weinig visserij men op andere
manieren aan de kost moest zien te komen zoals stropen, jutten en de teelt
van een nieuwe gewas, de aardappel, waarvoor het duin ontgonnen moest
worden.
Er zijn alleen vissers ingeschreven, geen andere zeelui. Toch was al eeuwen
lang voor ondernemende jongelui - als Hajo en Padde, de scheepsjongens
van Bontekoe uit Hoorn - het aanmonsteren op de avontuurlijke grote han
delsvaart de mogelijkheid om aan het armzalig vissersbestaan te ontsnappen.
Die kans ontbrak nu door dat vervloekte Continentaal Stelsel. Worden daar
door ook geen loodsen genoemd, waarover verleden jaar in Geestgronden
(september 2015, nummer 2/3) is geschreven?
Vele namen zijn ons welbekend. Het lijkt wel een lijst van hedendaagse derpers.
Enkele nu onbekende achternamen vallen op: Afslager, De Kaap, De Rey,
Ruigebeen, Valk. De Egmondse bijnamentraditie komt eenmaal voor in Kat
bij Cornelis Wijker (Afb 10). Deze bijnaam bestaat nog steeds.
Geestgronden, 23 (2016), nr. 1
15