Krijn de Kneet De weduwe van Krijn Dekker heeft in Egmond niets meer te zoeken. Ze keert terug naar haar geboorteplaats Alkmaar. Kees Dekker krijgt in februari 1933 (drie maanden na het drama) een zoon en noemt hem Krijn. Lena: "Als je vroeger aan mijn broer Krijn vroeg, wat zijn lievelingsgerecht was, dan zei hij altijd: 'knain mitpeertjesWe zijn groot gekomen van de konijnenkoppen; we vochten erom en ik vind het nóg lekker. Maar nu hoeft het van mij niet meer want we hebben geen honger meer. Mijn man zette graag een strik in duin maar ik kon het niet aanzien en heb zo 'n beessie wel eens bevrijd". Lena's vader Kees kon het stropen niet laten en kwam ook na het gebeurde voor menige schermutseling in het Huis van Bewaring terecht. Hij zat vol verhalen en op zijn tachtigste kon hij nóg hard lopen. Lena's broer Krijn de Kneet is van hetzelfde laken een pak, en al woont hij er al lang niet meer, in Derp zijn ze hem nog niet vergeten. Afb. 30 Lena Dekker-Dekker met de carbidlamp die haar man en vader gebruikten bij het stropen. Als je er een stukje carbid in stopte, reageerde dat met water en kwam er een lichtflits die konijnen verblindde. Het was riskant, want de jachtopziener kon het ook zien. Foto Carla Kager 160 Geestgronden, 22 (2015), nr. 4

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2015 | | pagina 46