De nerveuze jachtopziener
Vrijwel iedere betrokkene noemt Van den Berg een nerveuze man, die (te)
fel is op stropers en veldwachter Minee vindt hem ongeschikt voor zijn taak.
Toch is het nooit de bedoeling van de jachtopziener geweest, om een stroper
ernstig te verwonden of te doden en hij laat merken dat hij het gebeurde diep
betreurt. Hij kan zijn beroep niet meer uitoefenen en vreest wraak. Met zijn
vrouw Maria Bakkum en hun vijf jonge kinderen verhuizen ze eerst naar
Castricum en daarna vertrekken ze voorgoed naar Rolde in Drenthe waar
Joop als corveeër werkt. Het paar verliest twee kinderen op 13- en 20-jarige
leeftijd. Joop van den Berg sterft in 1977, een jaar voor zijn vrouw.
Zijn nicht Riet Peters- van den Berg (1938) vertelt bij haar ouderlijk huis op
de weg naar de Bleek, dat ze als kind vanuit Egmond vaak in Rolde heeft
gelogeerd bij haar ome Joop. Ze weet nog heel goed dat hij zich altijd is
blijven beroepen op noodweer, maar ook dat hij zijn leven lang het gebeurde
als een loodzware last heeft meegedragen. "Het was een doodgoeie kerel, hij
was mijn liefste oom voegt ze er aan toe.
Afb. 29 Een van de klemmen, die bij het stropen werd gebmikt door de Dekkers,
vastgezet met een stijpertje. Foto Carla Kager
Geestgronden, 22 (2015), nr. 4
159