ten Bruggencate (door Derpers Bruggekater genoemd) heeft niet veel op met
de jachtopziener. Hij noemt de omgekomen Krijn Dekker een keurig persoon.
De artsen weiden uit over de verwonding van het slachtoffer (de kogel had
een neergaande richting) en van de verdachte die licht letsel had aan zijn
hand. Kon dit zijn veroorzaakt door de rotanstok van de stroper en was die
stok ook levensbedreigend? De verdediger voert aan dat een jachtopziener
moet verbaliseren. Hij heeft niet de gelegenheid om 'de plaat te poetsen'. Ook
maakt hij bezwaar tegen publicaties over de 'romantiek' van het stropersleven,
die de rechtsgang zouden beïnvloeden. Uiteindelijk verklaart de officier dat
het slachtoffer ook schuld heeft, want hij had zich moeten oveigeven aan het
gezag. Het beroep van verdachte op noodweer wordt aanvaard en ontslag van
rechtsvervolging geëist. Zo beslist ook de echter.
De uitspraak
Op 23 mei 1933 dient toch een hoger beroep bij het Hof te Amsterdam12).
Hierbij is ook Van der Vliet aanwezig, die geen pachter meer is. Het
duingebied is nu in beheer bij het PWN. Aanvankelijk is de president Mr.
Jolles kritisch jegens de verdachte, want "op vluchtende mensen schiet men
niet.Hij gelooft ook niet dat verdachte - zoals die beweerde - zijn hond niet
had losgelaten op de stroper. "Hoe ging dat nu, u had een hond, een lantaarn
en hoe kon u dan nog schieten?" Verdachte: "Alles ging door elkander".
De lichte rotan stok van de stroper lijkt de president niet al te gevaarlijk.
Wel had het slachtoffer een ongebruikt mes bij zich. Zijn broer Kees mag
uitleggen datje zo'n mes had voor als je door de hond van de jachtopziener
werd aangevallen. Hij wil de littekens van hondenbeten op zijn armen wel
laten zien. Kees barst uit in emoties over de lafaard die zijn broer - een nette
oppassende jongen - heeft vermoord. De president verbetert hem: "gedood,
niet vermoord". Veldwachter Minee heeft het over een hond die liever in een
koekje bijt en collega's zoals jachtopziener Johan Diemeer pleiten voor de
verdachte. De president concludeert dat de verdachte op dat moment doodmoe
was, dat opzet niet is aangetoond en noodweer lijkt aannemelijk ook omdat
er eerder sprake is geweest van gewelddadig verzet van de Dekkers. Joop
van den Berg wordt niet vervolgd en zo is op 7 maart 1933 ook de uitspraak
Hiermee staat nog steeds niet vast wat er nu echt is gebeurd. Ook bij de
uitvoerige krantenverslagen zijn soms vraagtekens te plaatsen. Zo staat er,
dat de stropers carbidlampen bij zich hadden. Volgens Lena is dat een andere
tak van sport. Het verhaal in de familie is altijd geweest dat ze klemmen
hadden gezet en gewone kniplichten mee.
158
Geestgronden, 22 (2015), nr. 4