Afb. 23 De Noorderstraat. Foto P. Jonker
Getergde jachtopziener
Er moeten al vaker confrontaties zijn geweest tussen de gebroeders Dekker en
jachtopzieners, ook met Jozeph (Joop) van den Berg. Vader Jan Dekker vertelt
later dat hij al eens tegen van den Berg heeft gezegd: "Als je ze eerlijk vangt,
zullen zij beslist hun naam opgeven en behoef je niet bang voor ze te zijn. De
jachtopziener had daarop geantwoord: "Als ze kwaad willen doen, zal ik wel
weten wat mij te doen staat". In een artikel in de Alkmaarsche Courant van
25 november2' staat, dat van den Berg tegen een paar Egmond-Binners zou
hebben gezegd, dat wanneer hij één van de twee Krijntjes te pakken kreeg, hij
korte metten met hem zou maken. (Waarschijnlijk is de verslaggever in de war
en worden hier de beide broers de Kneet bedoeld.) Duidelijk is dat er sprake
was van een getergde jachtopziener. Ook Lena Dekker bevestigt dat en het
verhaal doet onder Derpers nog steeds de ronde. De broers konden namelijk
lopen as de döivel en Krijn het hardst. Ze hadden dan de truc dat Krijn een
beetje inhield, zodat de groenpetter hem dacht te kunnen vangen. Zijn broer
Kees kon dan vluchten. Maar als de man Krijn genaderd was, dan zette die het
pas echt op een lopen en dat zette kwaad bloed.
150
Geestgronden, 22 (2015), nr. 4
