Stropen is geen activiteit om te verheerlijken, maar lang was het voor kustbewo
ners bittere noodzaak om de honger te kunnen stillen en wat extra's te verdienen,
ook al was het streng verboden. Op de avond van 23 november 1932 trekken de
broers Kees en Krijn Dekker de Zuidduinen bij Egmond aan Zee in om te gaan
stropen. Twee Derpers die de groenpetters gewoonlijk te slim af zijn, maar deze
avond loopt het slecht af en de oudste broer Kees komt alleen thuis.1' Carla Kager
tekent op wat Lena Dekker-Dekker, de dochter van Kees, nog weet te vertellen
over haar stropersfamilie met de bijnaam De Kneet en over die vreselijke gebeur
tenis. Aan de hand van uitvoerige verslagen - ook van de rechtszaken - in de Alk-
maarsche Courant reconstrueert ze het verhaal van die dramatische avond. Ook
familieleden van de Dekkers, die de oude krantenberichten niet kennen, hebben
geholpen om de gebeurtenissen zo getrouw mogelijk weer te geven.
Carla Kager
STROPERSDRAMA TE EGMOND-BINNEN
"Ons huisje was soms net een rovershol." Lena Dekker-Dekker (1931)
weet nog dat haar moeder dat wel eens verzuchtte: "en je vader was de
roverhoofdman Haar moeder kwam van het Groningse platteland en het
was een grote overgang naar de rauwe wereld van Derp in de jaren dertig.
Lena kent de verhalen waar het hier om gaat, van horen zeggen: "Als ze
gingen stropen, dan was het bij ons thuis verzamelen. Dan zat daar zo 'n
stelletje ruwe kerels met van die hijgende honden om de tafel nog wat te eten
en te drinken, voordat ze duin in zouden gaan. En als ze terug kwamen, zagen
ze eruit als vogelverschrikkers. Mijn moeder was er wel eens mee aan. Een
vaste maat van mijn vader was Jan Visser (Dop 1903- en later ook Gerard
Dekker (de Peper 1921-1992). Dat was een neef van mijn vader en daar ben
ik mee getrouwd. Als meisje had ik al interesse om mee het duin in te gaan,
maar dat mocht natuurlijk niet".
De rotan stok
Het stropen hoorde bij het leven van de Derpers. Lena: "In de zomer visten
ze en in de winter stroopten ze, wanneer het maar kon.Ze vertelt over drie
manieren van stropen: je ging strikken of klemmen zetten om ze later met
de vangst weer op te halen, of branden met een carbidlamp waarmee je de
konijnen kon verblinden, of konijnen delven uit hun diepe hol, wat met mooi
weer gebeurde.
Lena laat een foto zien, waarop haar vader Kees en zijn jongere broer Krijn
146
Geestgronden, 22 (2015), nr. 4