In de vijftiger jaren hebben we ook nog een poos het VW-bureau gehad.
Ik vermoed zo'n acht jaar. Ik weet daar heel weinig van, want ik was nog
klein. Het enige dat ik me kan herinneren is dat ik als 7-jarige het heel
indrukwekkend vond als ik mijn vader zo in zo'n vreemde taal met die
vreemde mensen zag praten. Dat gaf me wel een gevoel van trots. Én dat hij
me een keer meegaf aan een erg aardig Duits echtpaar met kinderen van mijn
leeftijd om naar het strand te gaan, waar ik best wel verlegen mee was. Oh,
ja! Vanwege het VW-bureau kregen we telefoon. Met een tikker voor als
andere mensen bij ons wilden bellen. Wat ik me meen te herinneren is dat het
5 cent per tik kostte en de eerste tik een dubbeltje geloof ik.
Afie had in die tijd verkering met Theo Valkering en die vertelde ook nog wat
leuks. Afie: Theo had van die kromme vingers. Al die Valkeringetjes hadden
dat. Dat viel me op omdat wij allemaal van die lenige vingers hadden. Er was
een keer een Duitser die de weg vroeg naar de Abdij en Theo wees hem welke
kant hij op moest, maar door die kromme vingers ging de beste man precies
de verkeerde kant op.
Wat die lenige vingers betreft, dat hebben we geërfd van mijn moeder.
Die heeft daar als kind nog wel dubbeltjes mee verdiend. Dan zeiden de
mensen tegen haar "Trientje, doen dat kunsie deres metje vinger."Voor een
dubbeltje.zei ze dan en als ze dat dubbeltje dan had, boog ze haar wijsvinger
achterover en raakte de bovenkant van haar hand/pols aan. Ja, haar souplesse
(lichamelijk en geestelijk) en het zakelijke zaten er al vroeg in.
Tot slot
In dit eerste deel heb ik het gehad over de drie generaties Kapper Zentveld. Ik
heb vooral het reilen en zeilen van de Scheerwinkel beschreven in de periode
van mijn vader en veranderingen in de overgang naar die van mijn broer
Dick. Dit alles binnen de sfeer van het hele gezin in de Peperstraat.
In het tweede en laatste deel ga ik hiermee verder. Er is nog genoeg te
vertellen om het beeld van onze Scheerwinkel aan de Peperstraat compleet
te maken, inclusief een paar leuke anekdotes. Ik besluit met de verhuizing
naar de Kerklaan, waar de zaak nog 31 jaar bloeide tot Dick tenslotte zijn
kappersjas aan de kapstok hing.
138
Geestgronden, 22 (2015), nr. 4