Van Rossems Troost zorgden altijd voor een glimlach. Als de tijd van narcissen
was aangebroken maakte hij het extra gezellig door diverse boeketjes in de
scheerwinkel neer te zetten.
Over bloemen gesproken. Huug: Wij hadden naast het huis aan de kant van
Anne Koper (die met Maarten Admiraal een kruidenierszaakje naast ons
had, waar alles nog werd afgewogen en zelfs de stroop los werd verkocht)
een Jasmijnhaag staan en als in het voorjaar de kinderen in het dorp werden
aangenomen (de Eerste Heilige Communie) dan krulde hij de haren van
de meisjes met een krultang - ja, die was er toen al - en daar stak hij dan
Jasmijnbloemen in. De moeders kregen dan ook een takje in hun haar.
Hij heeft ook nog eens pick-ups verkocht. Samen met Jo Apeldoorn van
de overkant, die later een melkzaak/supermarkt had op 't Krijt. Dat waren
hele mooie apparaten, want het waren van die wisselaars voor 78-toeren en
er konden wel tien platen op. Dat was wat in die tijd. Én vliegtuigen. Die
maakte hij zelf van hout en schilderde ze in een metaalkleur. Er hingen er dan
een paar in de scheerwinkel en ze waren echt heel mooi.
Even los van de creativiteit van mijn vader: waar ik als klein kind niet van
af kon blijven waren de scheerstoelen. Aan de achterkant, ter hoogte van
de zitting, zat een hendel en als je daaraan draaide, klapte de zitting om.
De klanten zaten dus altijd op een koele zetel. Ik moest en zou altijd aan
136 Geestgronden, 22 (2015), nr. 4
Afb. 17 Reclameplaat van Van Rossem's Troost
die in de jaren '50 in de Scheerwinkel hing.