Biografische schets
In de loop van zijn leven zou Lamoraal van Egmont uitgroeien tot de meest
vooraanstaande edelman in de Nederlanden. Toen koning Filips II in 1558 de
Nederlanden verliet en hij geschenken uitdeelde aan de meest vooraanstaande
edelen bleek dat Egmont zelfs Willem van Oranje overvleugelde.
Respectievelijk ontvingen zij de volgende bedragen: 50.000 Ecus voor
Egmont, 40.000 voor Oranje en 15.000 voor Horn, overeenkomstig hun rang
en prestige 7). Gedurende de eerste helft van de zestiende eeuw kwam er
aan de staatkundige versnippering van de Nederlanden langzaam een einde.
Karei V (1500-1558) was door een handige huwelijkspolitiek van zijn ouders
en doortastend militair optreden in bezit gekomen van Spanje, uitgestrekte
gebieden in Italië, Oostenrijk en de keizerstitel van het Heilige Roomse Rijk
der Duitse Natie. Ook de Nederlanden vielen aan Karei toe en van 1515
tot 1548 voltrok zich een proces van eenwording. De keizer beoogde drie
doelstellingen: uitbreiding van zijn machtsgebied, centralisatie van bestuur
en rechtspraak en bestrijding van kritiek op de kerk. Nadat het hertogdom
Gelre in bezit van Karei V was gekomen, waren de Nederlanden voor het
eerst in de geschiedenis verenigd onder één vorst. Voor de centralisatie van
het bestuur werden allerlei instellingen in het leven geroepen die dit proces
moesten stimuleren. Te denken valt aan provinciale gerechtshoven als het
Hof van Utrecht en de Raad van State, een adviescollege waar voornamelijk
leden van de hoge adel zitting in hadden.
Deze ontwikkelingen boden kansen voor de adel. Ondanks de wens van
Karei V en zijn opvolger Filips II de Nederlanden bestuurlijk te centraliseren
bleef het een composite monarchyde vorst werd geacht de provincies
als aparte entiteiten te behandelen, rekening houdend met hun rechten en
privileges. Behalve in de centrale bestuursinstellingen stonden edelen hun
vorst ook bij als stadhouder van één of meerdere provincies. Door hun
natuurlijke overwicht als edelman waren zij de mannen bij uitstek om als
tussenpersoon op te treden tussen stedelijke besturen en de vorst en militaire
posities te bekleden. De tactiek van hoge edelen als Willem van Oranje en
graaf Lamoraal van Egmont bestond eruit zo vaak mogelijk in de nabijheid
van het keizerlijke regeringscentrum te verblijven, hetzij in Brussel bij de
landvoogd of landvoogdes, hetzij in de nabijheid van de vorst zelf8).
Geestgronden, 22 (2015), nr. 2/3
59