tijd de vlieger kans zag zichzelf in het rubberen reddingsvlot te begeven.
Direct na de melding van Glijn Groen werd de bemanning van de President
Steyn opgetrommeld en al snel was de reddingboot in zee. De Plaatselijke
Commissie zocht inmiddels telefonisch contact met het vliegkamp Valkenburg,
Scheveningen-radio en de kustwachtposten in IJmuiden en Egmond. Geen
van allen had echter iets van een vliegtuigongeluk gehoord. Kort daarop
meldde Valkenburg echter, dat er inderdaad een marinevliegtuig was vermist.
Op de aangegeven plek aangekomen kon men echter niets ontdekken totdat
het armenzwaaien van een op de duinen staande helmplanter werd opgemerkt.
Deze gebaarde dat er meer zuidwaarts gekoerst moest worden om dat hij
daar een door de verongelukte piloot afgeschoten rooksignaal had gezien.
De vlieger werd toen inderdaad op de aangegeven plaats, een halve mijl uit
de kust aangetroffen en uit zijn rubbervlot aan boord van de reddingboot
gehaald. Om 17.30 uur was de President Steyn weer aan het strand terug met
de maatschappijvlag in top, ten teken dat er geredden aan boord zijn. Leden
van de Egmondse Reddingsbrigade legden op het strand een noodverband op
het gewonde voorhoofd aan en in Café de Boei kreeg de vlieger droge kleren.
Een uur later werd de gewonde piloot naar het Marinehospitaal te Overveen
gebracht.
Enige dagen later schreef de piloot de volgende brief:
'Het is mij een behoefte langs deze weg mijn dank te betuigen voor de
bijzonder snelle en effectieve wijze, waarop Uw Maatschappij eergisteren
gefunctioneerd heeft en waardoor mijn redding bewerkstelligd werd. Gaarne
zou ik u ook willen vragen in het bijzonder schipper en bemanning van de
President Steyn mijn dank over te brengen.
Ik stel mij voor een dezer dagen weer naar Egmond te komen om hen
nogmaals de hand te kunnen schudden en de door mij geleende kleding
terug te brengen. Hierbij ingesloten vindt u een cheque als bijdrage voor de
KNZHRM.
De Commandant van de Marine Luchtvaartdienst schreef het volgende:
'Naar aanleiding van het ongeval met een der Avenger vliegtuigen van de
Marineluchtvaartdienst nabij Egmond aan Zee op 17 mei jl. betuig ik gaarne
mijn dank en appreciatie voor de assistentie welke door de bemanning van de
Egmondse reddingboot werd verleend.
Dankzij de grote paraatheid van deze bemanning werd het leven van de vlieger
gered en het is voor de Marinevliegers een bijzonder prettige gewaarwording
om te weten, dat ingeval van nood uw reddingdienst tot een dergelijke actieve
96
Geestgronden, 22 (2015), nr. 2/3