enkele andere edelen in Londen als ambassadeur van de keizer om aldaar het huwelijk te regelen tussen Filips II en Mary Tudor. Het hoogtepunt van zijn roem en aanzien bereikte hij als bevelhebber van het Habsburgse leger in de oorlog tegen Frankrijk. Een Franse gezant van koning Karei IX merkte in 1568 op '...dat hij op de groote markt van Brussel datzelfde hoofd had zien vallen, dat tot twee malen toe Frankrijk had doen beven '9). De man verwees naar de veldslagen bij Saint Quentin (10 augustus 1557) en Grevelingen (13 juli 1558) waar Lamoraal grote militaire roem verwierf. Toen Filips II besloot naar Spanje te vertrekken en hij de honneurs waar liet nemen door landvoogdes Margaretha van Parma was er geen reden om aan te nemen dat Lamoraal in ongenade zou vallen. Toch is dit wel wat er uiteindelijk gebeurde. Wat ging er mis en wat waren de gevolgen? Oplopende spanningen Koning Filips II was van mening dat de Nederlanden bestuurd dienden te worden door 'het gezondste en beste oordeelIn de ogen van zowel Karei V als Filips II waren het niet automatisch de hoge edelen in den lande die aan deze doelstelling het beste tegemoet kwamen. Al sinds de jaren 1530 kreeg de adel concurrentie met de komst van beroepsjuristen die voet aan de grond kregen in de centrale bestuursinstellingen. Voor de vorst waren zij aantrekkelijk omwille van hun gedegen kennis van bestuurszaken, opgedaan aan universiteiten en hun loyaliteit aan de vorst omdat zij hun aanstelling rechtstreeks van hem ontvingen. Na vertrek van Kareis zoon en opvolger Filips II in 1558 steeg de antipathie tegen één zo'n beroepsjurist naar een hoogtepunt: de kardinaal Granvelle. Granvelles vader, Nicolas Perrenot de Granvelle, was als zegelbewaarder en eerste raadsman van Karei V een invloedrijk man aan het hof. Ook zijn zoon stoomde hij klaar voor een carrière in dienst van de vorst door hem naar universiteiten overal in Europa te sturen. Granvelle diende na vertrek van Filips II een antwoord te formuleren op een netelig probleem. Als voorvechter van het katholieke geloof zagen Karei V en zijn zoon iedere kritiek op de kerk als potentiële bedreiging van hun macht. Die dreiging nam zorgelijke vormen aan met de komst van het protestantisme in de Nederlanden. Voornamelijk de Wederdopers van het eerste uur vormden een reële bedreiging. De beweging vloeide voort uit het feit dat Maarten Luther voor velen niet radicaal genoeg was met zijn hervormingen. Hij wilde deze doorvoeren in samenspraak met Duitse Rijksvorsten en probeerde op een gegeven moment zelfs (zij het halfslachtig) tot een vergelijk te komen met de paus 10). Wederdopers of Anabaptisten erkenden alleen het gezag van een profeet die zijn Goddelijke Geestgronden, 22 (2015), nr. 2/3 61

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2015 | | pagina 11