Waarde van een gulden van 1900 tot 1925 uitgedrukt in euro's van 2013. Bron: International Institute of Social History 1900 13,05 1905 12,05 1910 10,90 1915 9,10 1920 5,40 1925 7,25 Het Burgerlijk Armbestuur Vanouds was de gedachte dat de zorg voor armen een zaak was voor de ker ken, voor particulieren en voor instellingen van weldadigheid. Rond 1800 ontstond het bewustzijn dat hierin ook wel een taak gelegen was voor het bestuur van de stad of van het dorp. In 1854 kwam er een 'Armenwet'Ten gevolge hiervan werd er overal een in stelling ingesteld door het gemeentebestuur om, aanvullend op de kerkelijke liefdadigheid, te zorgen voor bedeling. Kenmerkend voor die instelling, het Burgerlijk Armbestuur, is: - de leden ervan werden benoemd door de gemeente - het bestuur kreeg subsidie van de gemeente - het was verplicht rekening en verantwoording af te leggen bij de gemeente over de gedane uitgaven en de begroting. - er waren ook andere inkomstenbronnen (rente op bezit, schenkingen van particulieren, enz.). Maar de gemeente was verreweg de grootste geldschie ter. - een kleine helft van de Regentenzoals de bestuursleden genoemd werden, mocht afkomstig zijn van buiten het gemeentehuis (vertegenwoordigers van het particuliere initiatief). - de vergaderingen vonden plaats in het gemeentehuis. Zo ook in Egmond aan Zee. In 1914 was de burgemeester lid van het Burgerlijk Armbestuur. Een wet houder is wel eens voorzitter geweest, maar niet altijd was het iemand van de gemeente die voor zat. Ook een oud-katholieke pastoor is in de jaren rond 1910 voorzitter geweest. Mensen hadden dus verschillende petten op. Geestgronden, 22 (2015), nr. 1 15

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2015 | | pagina 17