Het eerste kwart van de 20-ste eeuw was voor de inwoners van Egmond aan
Zee een moeilijke periode. Het vissersleven was hard. Menig visser bleef op
zee'. De weduwen moesten maar zien hoe ze de eindjes aan elkaar konden
knopen. De Eerste Wereldoorlog maakte de situatie nog slechter, er viel een
groot aantal slachtoffers. Er werd door menigeen pure armoe geleden. In het
onderstaande eerste deel (van twee artikelen) geeft Eddy de Wit enkelen van
deze Egmonders een gezichten laat hij zien hoe deze mensen door de ge
meente en door de kerken geholpen werden.
Eddy de Wit
ZORG VOORARMEN IN EGMOND AAN ZEE VAN 1900 TOT 1925
Deel 1
Op hoop van zegen
Op 24 december 1900 vond de première plaats van het toneelstuk Op hoop
van zegen', spel van de zee in vier bedrijven van Herman Heijermans. Het
stuk was een aanklacht tegen de wantoestanden in de Nederlandse zeevisserij
en was vanaf het begin een groot succes. De godvrezende Kniertje, weduwe
van een visser, gaf in dit stuk de woorden De vis wordt duur betaalcT eeu
wigheidswaarde.
Eind negentiende eeuw woonde Heijermans een aantal jaren in Katwijk en
Wijk aan Zee. Daar had hij geobserveerd dat het leven van de Nederlandse
vissers een gruwelijke ellende' was, 'eene ellende zoo groot als nauwelijks
in steden bestaat'. De vele misstanden in de zeevisserij troffen hem diep.
Nederlandse reders hadden vaak alleen interesse in het maken van winst, niet
in het leven van de bemanning van de schepen.
Dit gold ook voor Egmond aan Zee in het begin van de 20-ste eeuw. Een
groot deel van de Egmondse bevolking was aangewezen op de inkomsten
van de zee. Er werd armoe geleden.
Stel je voor dat je in die jaren in Egmond aan Zee woonde. Je man is werk
loos, of op zee gebleven' en je hebt geen inkomen. Je vraagt je elke dag weer
af wat je vanavond op tafel kan zetten en hoe je aan een paar schoenen voor
je zoon kan komen. Hij loopt al een jaar op de oudjes van zijn broer en past ze
allang niet meer. Dan ben je aangewezen op je buren en familie. Je hoopt dat
10
Geestgronden, 22 (2015), nr. 1