de steen te bewerken, terwijl bijvoorbeeld zijn broer de bovenkanten leerde
te doen. Zo werden de ruwe stenen uiteindelijk door meerdere mensen tot
briljant geslepen. De reden hiervoor moge duidelijke zijn. Bakker:Leerlingen
verdienden in de slijperij ongeveer drieënhalve gulden per week, waarvan 25
cent naar de bond ging. Later kon dat snel oplopen en verdiende je goed. Zou
je echter in je eentje de volledige steen kunnen bewerken, dan zou je zo maar
in de verleiding kunnen komen om naar Amsterdam te vertrekken, waar je
natuurlijk nog véél meer kon verdienen
De slijperij hield de kosten dus laag door de leerlingen bewust niet het hele
vak te leren.
Afb. 21 Het vak van diamantslijper leren
De leerlingen werkten eerst bij een leermeester om de grondbeginselen onder de
knie te krijgen. Als je jouw deel van het vak geleerd had, meestal na ongeveer
anderhalfjaar, ging je bij de leermeester vandaan en mocht je alleen zitten werken.
In dat stadium werd je betaald naar het aantal stenen dat je per dag bewerkte.
Iedere dag kwam de baas langs, om te vragen hoeveel steentjes je had gemaakt.
Het liefst natuurlijk zo veel mogelijk. De meeste slijpers verdienden goed, je kon
Geestgronden, 21 (2014), nr. 4
127