In het naoorlogse Egmond aan Zee lagen de banen niet bepaald voor het op
rapen. De visserij speelde nauwelijks meer een rol en het toerisme moest lang
zaam weer op gang komen. Het dorp had jongeren dan ook weinig te bieden.
Toenmalig burgemeester Niele zag echter een gouden kans toen hij in contact
kwam met de heer H.E. Slijper, directeur van de gelijknamige diamantslijperij
in Amsterdam.Een diamantslijperij in Egmond aan Zee. Waarom niet?', moet
hij gedacht hebben.
Martijn Mulder en Rob Leijen
DE DIAMANTSLIJPERIJ IN EGMOND AAN ZEE
Diamantslijper was van oudsher een vak dat door Joodse mensen werd
beoefend. Zowel werkgevers als werknemers waren van Joodse afkomst en
de industrie concentreerde zich voornamelijk in Amsterdam. De concurrentie,
vanuit bijvoorbeeld België, was hevig, maar door de eeuwenlange ervaring
waren de Amsterdamse slijpers in staat een bloeiende industrie op te bouwen,
die wereldwijd zeer goed bekend stond. Dat het lot van de Joodse bevolking
tijdens de Tweede Wereldoorlog een dramatisch effect had op het aantal
diamantslijpers zal u niet verrassen. Van de ongeveer 3000 diamantbewerkers
die Nederland voor de oorlog telde, keerde slechts een handvol terug. In een
ultieme poging om him industrie te redden, gingen de slijperijen daarom
vakscholen opzetten.
De heer Slijper
Het is maart 1948 als de heer Slijper achter zijn bureau in de diamantbeurs te
Amsterdam zit, voor een interview in de Vrije Alkmaarder. De interviewer,
aan de andere kant van het grote bureau, krijgt een vergrootglas en de heer
Slijper wijst hem op een glimmend steentje, dat roerloos op een vel papier
voor hen ligt. "U hoeft de kanten niet te tellen," zegt de heer Slijper tegen de
interviewer. Dit nietige steentje heeft achtenvijftig vlakken, die er in onze
werkplaats in Amsterdam op zijn geslepen. En dat slijpen van diamanten
wordt nu het werk in de fabriek, die wij over enige maanden - misschien nog
vóór de zomer in Egmond aan Zee zullen openen."
Uit het buitenland komen de ruwe stenen, die vervolgens door ons worden
bewerkt - gekloofd en geslepen en in allerlei soorten komen de diamanten
dan op de binnen- en buitenlandse markt," zo vervolgt Slijper. Dankzij het
instellen van de vakscholen hebben we in Nederland inmiddels al weer zo 'n
Geestgronden, 21 (2014), nr. 4
123