stormvloeden in 1170 en 1196 gingen veel van deze bezittingen verloren
en trok de abdij zich uit het gebied terug. Naderhand gaven de Graven van
Holland het eiland Huisduinen in leen uit aan een van hun getrouwen,
de heren van Egmont die vanaf 1486 de graventitel voerden. Het direct
ten zuiden van Huisduinen gelegen gebied 'de Grafelijkheidsduinen dankt
zijn naam dan ook aan de Graven van Egmont. Nadat Graaf Lamoraal
van Egmont in 1568 te Brussel was onthoofd, kocht Isaac LeMaire
in de periode 1598-1600 uit de bijna failliete boedel van Lamoraal II,
samen met land in Egmond aan den Hoef de gronden bij Huisduinen.
Isaac LeMaire (geboren te Doornik, België 1558 of 1559 en overleden in
Egmond aan den Hoef 1624) was een handelaar en koopman die na de
val van Antwerpen in 1585 naar Amsterdam vluchtte. Het ging LeMaire
financieel zeer voor de wind. Zo maakte hij als mede-oprichter van de
Brabantsche Compagnie (voorganger van de Verenigde Oostindische
Compangnie) wel 400% winst op de handel met Indië. Zijn winsten
investeerde hij o.a. dus in de gronden bij Egmond aan den Hoef en
Huisduinen. De gronden bij Huisduinen zag hij waarschijnlijk als
beleggingsobject. Rond 1600 waren de graanprijzen hoog en Le Maire
was niet de enige welgestelde Nederlander die door droogmakerij of
Afb. 27 LeMaire's polder bij Den
Helder (Let op: noord is onder,
zuid boven)
86
Geestgronden, 21 (2014), nr. 2/3