Afb. 18 Trotse moeder Nel Buter met de paar maanden oude Rieneke op haar arm. Niet lang na het maken van deze foto zou hun leven dramatisch veranderen. Collectie familie Mul Buter een zuster er naar toe. En ja, daar zat Rini! Ik herkende haar dadelijk. Een uitgemergeld kindje, met heel magere armpjes en beentjes. Zij kende mij natuurlijk helemaal niet. Ik maakte mij bekend bij de verzorgster daar en zei dat ik een oud-tante van Rini was. Ik moest dan maar naar het kantoor gaan en verder afspreken. Maar ik was volstrekt niet in staat dit nog te doen, want eigenlijk was ik een wrak, niet alleen lichamelijk maar ook geestelijk. Ik kon bijvoorbeeld niet aanstonds antwoorden als men mij iets vroef en ik begon zo'n beetje te haperen bij het spreken. Na enige dagen kwam ik te bed te liggen en kon niet meer opstaan. Wat nu? Ik kon zelfs geen brief meer schrijven. Toen heeft Zuster Sebastiana dat voor mij gedaan en ik heb hem ondertekend. Maar toen de zusters met die brief op het kantoor kwamen, was Rini er niet meer. Een zekere mevrouw Koeslag had haar mee genomen en was het kamp uitgegaan. Dit was in die dagen, na de bevrijding van de Jappen, heel gevaarlijk. De Javanen begonnen te rampokken (plunderen) en er vielen verschillende slachtoffers. Wat kon ik in deze toestand nog voor Rini doen? Haar moeder was in het kamp overleden en haar vader zat in Siam. 70 Geestgronden, 21 (2014), nr. 2/3

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2014 | | pagina 28