die verschrikkelijke gevangenschap ook dwangarbeid aan de beruchte
Birma-spoorweg moeten verrichten, een plek waar duizenden lotgenoten
de dood vonden. Een gruwelijke episode in zijn leven die hij met moeite
heeft doorstaan, maar waarover door hem sporadisch werd gesproken na
de oorlog.
Geheel anders, en zo mogelijk nog tragischer, verging het Nel Buter. Terwijl
de Japanse aanval eind 1941 van start ging met al het geweld van dien,
beviel zij op 19 december 1941 van haar eerste kind, een dochtertje. Het
meisje kreeg de naam Rieneke, en Rieneke is het volgende hoofdpersoon
in dit verhaal. Rieneke en haar moeder kwamen na de Japanse invasie in
een interneringskamp terecht. Een vrouwenkamp te Ambarawa ver van
echtgenoot en vader Jan vandaan. De verhalen over deze kampen zijn
bekend en te afschuwelijk om in dit artikel te behandelen. Moeder Nel
zorgde natuurlijk zo goed als dat mogelijk was voor Rieneke en dat ging
lange tijd naar de barre omstandigheden goed. Maar in 1945 lukte het
Afb. 16 Zicht op de Grooteweg-Zuid in Magelang op Java. In deze straat ging
het kersverse echtpaar Buter wonen. Amateuropname, collectie Tropenmuseum
Amsterdam
67
Geestgronden, 21 (2014), nr. 2/3