Op de voorkant van deze uitgave van Geestgronden staat een huwelijksfoto
uit 1948 afgedrukt. Deze foto heeft op een tentoonstelling in het Stedelijk
Museum in Alkmaar gehangen en werd daar herkend door de hoofdpersoon
in onderstaand verhaal. Er bleek een aangrijpende geschiedenis achter schuil
te gaan. Jesse van Dijl heeft dit verhaal voor Geestgronden opgeschreven.
Jesse van Dijl
HET RELAAS VAN RIENEKE BUTER
'Hoe een eenzame peuter uit een jappenkamp naar Egmond kwam'
U kent het misschien wel. U leest een boek of U ziet een film en denkt
op een gegeven moment "dit is wel een heel bijzondere wending, dat zou
in het echt niet kunnen". Een verhaal dat van zoveel toevalligheden aan
elkaar hangt, dat het ongeloofwaardig wordt. Dit gevoel zou u kunnen
overkomen bij het lezen van onderstaand verhaal. Het is de weergave van
zo'n soort geschiedenis met bijzondere wendingen en toevalligheden.
Alleen is hier geen sprake van een boek of een film. Nee, het is echt
gebeurd, een waar levensverhaal met belangrijke connecties met de
Egmonden. Een verhaal met toevalligheden, of moet het toch worden
toegeschreven aan een vertrouwen in de bescherming door God en een
rotsvast geloof in de liefde van God? Het geloof is in ieder geval een
belangrijk element in het verhaal. Zonder dit geloof was het heel anders
afgelopen.
Dat dit verhaal geschreven kan worden, is te danken aan Anna
Catharina Buter. Zij leefde van 1895 tot 1983 en ligt nu begraven op het
kloosterkerkhof te Tilburg. Anna Catharina was bij het klooster gegaan
en had daardoor de naam Zuster Maria Edmunda gekregen. Tussen 1929
en 1946 werkte ze in het onderwijs van de missie op Java. In onze kolonie
dus, Nederlands-Indië. Na de oorlog keerde zij terug in Nederland, om
vervolgens hier in het klooster te blijven. Ze is na 1946 nooit meer terug
geweest in Indië.
Anna Catharina Buter, ofwel Zuster Maria Edmunda, had een broer
die Jacob Buter heette. Jacob Buter had samen met zijn vrouw Johanna
de Groot een winkeltje in de Julianastraat te Egmond aan Zee. Op de
hoek met de Bergstraat, daar waar nu een stomerij zit. Dit winkeltje
van Jacob laat zich het beste omschrijven als een soort kruidenierszaak.
Er werden onder andere oliepakken voor de zeelui verkocht maar ook
Geestgronden, 21 (2014), nr. 2/3 61