Afb. 6 De vuurtoren
in 1950
Het is wat veel gevergd. Er moet toch wel een beste technische knobbel
aan te pas komen om direct door te hebben hoe de verlichting automatisch
overschakelt van elektriciteit op gas, wanneer er storing is. Toch ligt dat
beslist niet aan de vuurtorenwachter. Rustig stuurt hij zijn gasten naar de
hroeihete glaskoepel met de prisma's. Daar demonstreert hij nog eens wat
hij vertelde. Hij steekt er de gaslamp aan en laat dan de grote gloeilamp
branden. Valt die uit, dan draait de gaslamp ervoor in de plaats en gaat op
volle sterkte branden.
Als het ene groepje verdwijnt, zucht de wachter, want hij hoort al weer anderen
komen. Het is wel prettig om bezoek te hebben, maar hij heeft het er warm
van en de mensen vragen allemaal hetzelfde. Toch doet hij dit werk graag,
Geestgronden, 21 (2014), nr. 2/3 55