Identificatie door visserstrui Soms wordt gedacht dat elke vissersplaats zijn eigen kenmerkende trui had, maar zo simpel was het toch niet, zo ontdekte Stella Ruhe. Al gingen de patronen dikwijls over van moeder op dochter, de vrouwen breiden wat ze mooi vonden en dat kon variëren. Toch wist een Urker vrouw te vertellen dat haar opa als visser verdronk op zee, aanspoelde op het strand van Egmond aan Zee en aan de hand van zijn trui werd geïdentificeerd. Er wordt wel eens gedacht dat de oorringetjes met merktekens hiertoe zouden kunnen dienen. Maar vanwege het tere oorlelletje werden die lang niet altijd teruggevonden op een dode visser. De wollen visserstrui blijft echter wel lang goed geconserveerd in het zeewater. Een trieste constatering die helaas talloze malen bewaarheid werd, ook in Egmond. De Egmondse trui Kunnen we de vroegere Egmonder vissers herkennen aan hun trui? In het boek staan enkele door het Museum van Egmond verstrekte afbeeldingen. De trui heeft kabels op de bovenste helft van het borststuk en dat is kenmerkend voor de visserstruien van 'de Zijde' zoals de Noordzeekust vroeger heette. Voor Velsen/IJmuiden geldt hetzelfde. Geen wonder, daar waren immers honderden Derpers naar toe getrokken nadat er een haven kwam in 1876. Ook in het boek 'Egmonders en de Visserij' van Harry Harms, zien we de bemanningen dikwijls in een donkere trui met zo'n vlakverdeling, althans voor zover dat valt te onderscheiden. Het lijkt inderdaad een veel voorkomend motief, een stukje erfgoed. Volgens Henk Groen hadden ze in Egmond ook wel een trui met een veter of koordje om de halsopening te sluiten. Coentje en tante Jo De visserstrui raakte in de jaren 50 steeds minder in zwang als werkgoed. Dat was niet omdat de mannen de truien niet wilden dragen. Het was eerder omdat de vrouwen ze niet meer wilden breien en in Egmond hoefde dat ook niet. Harry Harms herinnert zich dat kant en klare zeemanstruien nog heel lang te koop zijn geweest bij Coenie of Coentje (Coen Wijker) en zijn vrouw, die tante Jo werd genoemd. Ze dreven een winkeltje op het hoekje van de Voorstraat nabij pension Zeldenpas (nu Intercity). Het passen gebeurde er in de huiskamer. Ook Dorresteijn, destijds de grootste winkel van Egmond, verkocht prachtige schipperstruien met een ingebreid ankertje. Ze waren bij vlagen populair. 32 Geestgronden, 21 (2014), nr. 1

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2014 | | pagina 34