Tijdens de oorlog
Al in het begin van de oorlog kwam de Duitse bezetter met het plan om
(vanwege de aan te leggen verdedigingswerken aan de binnenduinrand
en het zicht en gebruik van geschut) het dak van ons huis te verwijderen.
Het is er gelukkig niet van gekomen. Wel werden er achter en naast het
huis enkele bunkers gebouwd, evenals op de Sixerkrogt, het bollenland
ten noorden van het Nagtegalenpad. Ook tijdens de (eveneens vanwege
strategische belangen) afbraak van zo'n 15 huizen aan de Herenweg en
aan de duinrand in de directe omgeving van het Karmelklooster, bleef
ons huis gespaard. In november 1942 kregen mijn ouders bezoek van
een ambtenaar van de Gemeente, vergezeld van een Duitse militair. Zij
kwamen met de mededeling dat verplicht moest worden geëvacueerd naar
Alkmaar en de woning uiterlijk eind december moest zijn verlaten. Direct
na het vertrek naar Alkmaar op 22 december werd het huis gebruikt als
onderdak voor militairen. Mijn vader bleef vanaf zijn evacuatieadres de
klanten in Egmond bedienen. Ook bleef hij in functie als doodgraver van
de R.K. Parochie.
Na eerst aan de Speenkruidstraat en later aan de Bergerweg te hebben
gewoond keerden mijn ouders met hun kinderen en de pleegouders van
mijn moeder, voorjaar 1945 terug naar hun winkelhuis aan de Herenweg.
Zij troffen de woning in verwaarloosde staat aan.
Periode 1945-1965
Na grondig te zijn schoongemaakt en weer te zijn ingericht als
kruidenierswinkel werden de werkzaamheden voortgezet. Moeder stond,
in krijtwit schort met benen knopen, in de winkel, en vader deed, meestal
met origineel kruideniersjasje aan, de uitbreng van de boodschappen.
Een dienstbode zorgde voor de kinderen. In mei 1947 kregen mijn ouders
opnieuw verlof om tabakswaren te verkopen.
Chauffeurs van de betreffende groothandel die soms jarenlang wekelijks
bij ons de bestelde goederen kwamen brengen, zoals o.a. Cor Zentveld
uit Egmond-Binnen en Wim Dekker, zoon van kruidenier Barend
Dekker, brachten de loodzware balen (40 kg) suiker, zout en rijst vanuit
de vrachtauto op hun rug via het achtererf en keuken helemaal naar
boven, tot op de overloop, omdat deze artikelen 'droog' moesten staan.
Mijn broer Piet (1933) herinnert zich ook ene Kees Zoon, een chauffeur
die vele jaren bij ons aan huis kwam in de tijd dat mijn ouders waren
14
Geestgronden, 21 (2014), nr. 1