De nieuwe begraafplaats Na het verbod om in de kapel te begraven, werd aan de zuidkant van de Slotkapel een nieuwe begraafplaats ingericht. Dit terrein werd eerder aangeduid als bleekveld. Op oude prenten kronkelt er een pad doorheen met hier en daar een verdwaalde grafsteen. In 1842 legden de Kerkvoogden in een huurcontract vast dat Barend Eeltink vanaf Kerstmis 1841 voor de som van 16.- per jaar het kerkhof huurt. Hij verplichtte zich om het looppad naar de kerk zindelijkte houden, het kerkhof zuiver te houden van distels en doornen' en geen vee te weiden' aan de zuidzijde van de kerk. Het contract werd in 1843 weer voor een jaar verlengd. Het oudste graf bij de Slotkapel dateert echter pas van 1855. En daarmee begint ook het raadsel over de eerste periode van het kerkhof. Het oudste graf betreft dat van Johanna Maria Veenhuysen, overleden in 1855, en van haar man, Jacob Krans Sieuwers, overleden in 1856. De staande steen staat dichtbij de kapel, ongeveer in het midden van de begraafplaats en ingeklemd tussen wat struiken en andere stenen. Ruimte voor een graf is er eigenlijk niet. Meest opvallend is echter dat de steen verkeerd om staat, in plaats van naar het oosten zoals alle andere, staat deze steen met het opschrift naar het westen. Afb. 30 Graf van Johanna Veenhuysen en Jacob Krans Sieuwers, foto Luc Lassche Geestgronden, 20 (2013), nr. 4 139

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2013 | | pagina 37