en waar de bijnaam vandaan komt is onbekend. Zij verhuisde vanuit
de Emmastraat en begon met het zaakje toen haar tweede echtgenoot
Leendert Zwart (1870 - 1921) op zee was gebleven1*. In het propvolle
winkeltje kocht je handwerkgerei, wol, garen, brat om sokken te stoppen,
knopen, babygoed, ondergoed, bazuintjes, hoeden en petten, kleding,
schorten, stoffen en meer van dat soort zaken.
Teilen met goed voor de geredden
Bep Dekker-Verzij de (1936) kan uit de verhalen van haar moeder nog wat
vertellen over hoe het in die tijd er aan toe ging in zo'n winkeltje. Bep is
een kleindochter van Albertje Zwart. Haar moeder was de jongste dochter
Berta (1908-1996) die in de jaren dertig ook geregeld in het zaakje stond,
net als Berta Wijker en Jaantje Koper. De laatste was een thuishaalder
in het gezin van Albertje. Toen Berta ging trouwen, had haar aanstaande
man geen hoed en die werd dan maar even uit de etalage gehaald. Na de
plechtigheid lag de hoed er weer in.
In die jaren was het ook heel gewoon om 's avonds laat nog bij het
woonhuis aan te kloppen. Dan kwamen ze om ondergoed voor een visser
die net was binnen gekomen en die de volgende dag al weer weg moest. In
de stormnacht van de dubbele stranding van de Kerkplein en de Drente
- het was 19 oktober 1935 - was er droge (onder)kleding nodig voor de
zojuist geredde bemanning van de Drente. Met teilen vol goed zijn de
vrouwen in het stikdonker naar de Boei gegaan. Zelfs Bep was erbij, want
haar moeder was zwanger van haar.
Praten en breien op het hoekje
Menig Egmonder weet zich nog te herinneren dat vrouwen in een groepje
gezellig bij elkaar kwamen op het hoekje bij Awie Snork. Daar stonden
ze dan te kletsen en te breien, onbedoeld als een soort levende reclame
voor het winkeltje waar ze de wol hadden gekocht. Gezellig en het werk
ging door. Opmerkelijk is, dat een eindje verderop op de hoek van de
Voorstraat, bij de pastorie van de dominee - in de volksmond Domineeslop
- altijd een groepje mannen stond te praten en dat die plek uiteindelijk
zakelijk verbonden zou worden met het manufacturenwinkeltje.
Dorresteijn
Toen Albertje ziek werd in 1938, kwam de winkel in bezit van Theo
Dorresteijn, die in de oorlog naar Alkmaar uitweek. Na de oorlog werd
Klaasje de Vrij filiaalhouder. Ze trouwde met Klaas Blok (Klasie Olie).
120 Geestgronden, 20 (2013), nr. 4