Ieder die Gerrit Krab nog heeft gekend, noemt op dat hij verschrikkelijk
kon vloeken. Maar het had weinig om het lijf, want hij was een beste
kerel, net als zijn broers. Maarten herinnert zich nog de dag in 1935 toen
hij al te bed lag en opa riep dat er een schip was gestrand. Helaas mocht
hij niet mee met opa, want hij was nog te jong. Hij heeft er nog spijt van,
want het was de dubbele stranding van de Kerkplein en de Drente. Ook
Fietje Zwart heeft nog herinneringen aan Gerrit, de broer van haar opa
en aan en de keren dat hij voor de grap 'een kwat spow' op haar hoofd
spuugde.
Afb. 16 Gerrit Krab in de jaren dertig voor zijn huisje in de van Speykstraat. Het
jochie zou Jacob heten. Collectie familie Zwart
Ontruimingsbevel
Gerjan Zwaan tekende prachtige herinneringen van Leen en Maarten
Zwart op in zijn boek 'Om de Noord', hier verkort weergegeven: 'Met zijn
vijven waren ze, de gebroeders Gerrit, Maarten, Leen Cor en Klaas Zwart.
Vader was meestal op zee, dus opa, bijgenaamd 'de Kroin' was hun opvoeder
en held.' Na schooltijd liepen de jongens naar het verre Jaap Broekendal
om opa te helpen op het land. Als ze dan in het gelid weer over de smalle
paadjes naar huis gingen, leken ze met hun schrale, lenige gestalten net
Geestgronden, 20 (2013), nr. 2/3 63