knechten destijds aan de Voorstraat 11 woonde. De heer Kwast was slager
en woonde in het pand waar na de oorlog slager Overpelt gevestigd was.
Dit pand heeft nu nr. 52
Links naast Cornelis Kwast woonde toentertijd Gerrit Ruigewaard
(kalkfabrikant) met vrouw en vijf kinderen in de helft van een groot
dubbel woonhuis, destijds aan de Voorstraat 12 (nu nr. 54). In de andere
helft van dit woonhuis was na de oorlog een kruidenierswinkeltje gevestigd
van de Centra.
Tussen de panden van Kwast en Ruigewaard was destijds een steeg richting
Wilhelminastraat, waar de moord is gepleegd. Tot voor kort stonden op
die plek de auto's van garagebedrijf Genet.
Op bijgaande afbeelding is waar de meisjes met de fiets staan de slagerij
van Kwast. Het rechter deel van het dubbele woonhuis links op de
afbeelding is het pand van Ruigewaard. Er is tegenover de ingang van de
steeg een gaslantaarn te zien op de afbeelding, toch zegt het verhaal dat
het er zeer donker was. O
Bronnen:
Alkmaarsche Courant, 12 oktober 1918
Eigen onderzoek
Geestgronden, 20 (2013), nr. 1
33