Bakker is actief in het verzet en Roeland is er goed in om handtekeningen
te vervalsen op persoonsbewijzen. Het loopt uiteindelijk allemaal goed af.
Het is een glorieus moment als de schilder na de oorlog op een dag van
koningin Wilhelmina hoort, datzijn schilderijentijdens de oorlog veilig
waren opgeborgen en goed bewaard zijn gebleven. Wilhelmina bezoekt in
1948 een expositie bij de schilder thuis.
Heel Wassenaar spreekt ervan
Tijdens de oorlog komt de vrouw van uitgever Bert Bakker in beeld, de
charmante Ella van Nood (1914-2005). De kinderen Koning noemen
haar tante Ella. In de loop van de jaren veertig lijkt er geleidelijk aan
een meer dan gewone vriendschapsrelatie te ontstaan. Heel Wassenaar
spreekt ervan en de kunstenaar komt er danig door in het nauw. De streng
gereformeerde, diep gelovige man, die nauw bevriend is met de dominee,
krijgt regelmatig ouderlingen op bezoek met de boodschap dat hij is
uitgesloten van de avondmaalsviering. De spanningen binnen het gezin
en ook bij de schilder zelf laten zich raden. Zo eindigt uiteindelijk na veel
misère in 1952 het huwelijk van Roeland en Dien.
In 1954, als de oudste drie kinderen het huis uit zijn, trouwt Roeland met
Ella, opnieuw een knappe vrouw van rijke afkomst. Het mag niet in de
kerk en beiden vinden dat heel erg. De jongste dochter Ineke gaat met
haar vader mee, want ze heeft en houdt een erg goede band met tante Ella.
Nelleke blijft bij haar moeder en noemt zich voortaan Petronella of Petrie.
De volwassen dochter, die eens vader 's oogappel was en die wel zeven keer
door hem werd geportretteerd, kan de situatie moeilijk verwerken.
Verzwegen
Roeland en Dien, die in september 1924 in Egmond aan Zee zo onbezorgd
in de camera kijken, slagen er hoe dan ook niet in om samen gelukkig
te worden. Zijzelf en ook de vijf kinderen hebben daarvan te lijden. Ze
reageren er in hun leven allemaal verschillend op. De een is dol op haar
vader, de ander spreekt liever nooit meer over de thuissituatie. Petrie, die
later trouwt met huisarts dokter Lie (1927-2011) lijkt het meest op haar
moeder en komt voor haar op. Ze vindt dat haar vader het verhaal altijd
zo mooi mogelijk heeft gemaakt. De waarheid mocht niet naar buiten
komen en dat botste. Ze houdt wel haar goede herinneringen, ook aan
Egmond en heeft er nog steeds een appartement. Over de kwaliteiten van
Roeland als kunstenaar zijn ze het allemaal eens. Hij kon fantastisch goed
tekenen en schilderen. Dat was zijn leven.
26 Geestgronden, 20 (2013), nr. 1