het bewerken van hun landjes soms ver in het duin. Harde werkers die nu
moeten stempelen voor een werklozenuitkering waar ze eigenlijk niets van
moeten hebben. Van eentje koopt hij aardappels en hij merkt dat ze het
beste spul van het land proberen te verkopen en het minste zelf opeten.
Wat wij aan de varkens zouden geven, denkt Roeland. Hij ziet ze kauwen
op een gedroogd scharretje en raakt meer en meer geïnteresseerd in deze
oermensen, die moeten leven van vijf of zes gulden in de week en van wat
zee en duin hun te bieden hebben. Ze doen hem denken aan middeleeuwse
figuren op Vlaamse 'primitieven', de schilderijen die hij zo bewondert.
Afb. 10 'De tocht naar de
duinen'. Jannetje Krab
de Groot, Gerrit Krab,
Aris Krab en mogelijk
Jaap Abie
Daar zit 'de Straal'
De eerste die bij hem komt is 'de Straal', een voormalig visserman
die 's nachts op het strand de wacht houdt bij de strandstoelen. Twee
gulden per dag heeft de schilder hem geboden en op een dag komt hij
een beetje wantrouwig in het atelier. De koffie geeft de doorslag om
te blijven. Nieuwsgierige Derpers kijken door het raam. Daar zit de
Straal", zeggen ze en verder niets. De schilder vraagt zich af wat er in die
zwijgende koppen omgaat. Hun oordeel is op dat moment belangrijker
dan dat van alle kunstcritici samen. En blijkbaar is het oordeel goed en
kan de schilder door. Toch schildert hij vaak dezelfde personen en dat zal
wel een oorzaak hebben. Namen van de mensen die hij afbeeldt vermeldt
de schilder nergens, zelfs niet als het zijn vrouw of dochters zijn.
Geestgronden, 20 (2013), nr. 1
15