De schilder Roeland Koning (1898-1985) heeft tussen 1924 en ongeveer 1936 een aantal Egmonders op karakteristieke wijze getekend en geschilderd. Prachtige werken van groot formaat, gewaardeerd in kunstkringen. Onlangs verwierf het Museum van Egmond twee van die schilderijen en er zijn meer afbeeldingen bekend. Ze geven stuk voor stuk een indringend beeld van het vissersdorp dat Egmond aan Zee is geweest. Reden genoeg voor Carla Kager om op onderzoek te gaan. Wie was die Roeland Koning eigenlijk; hoe kwam hij in Egmond verzeild; wat trof hij daar aan en wat heeft hij zoal gemaakt? Carla sprak met de drie nog levende dochters van Roeland Koning, met en kele goede vrienden en met familie van de geportretteerden. In de volgende uitgave van Geestgronden kunt u nog een bijdrage van Carla verwachten over de derpers op de schilderijen van Koning. Carla Kager ROELAND KONING TEKENDE HET WEZEN VAN DE DERPERS Het is 1924 als de jonge kunstschilder Roeland Koning, 26 jaar oud, met vrouw en pas geboren kind in Egmond aan Zee komt wonen. Hij blijft er tot in 1927 en tekent en schildert ook na die tijd nog Egmonders. Een leven van werk en zorg staat gegroefd in de gezichten van vissers en hun vrouwen. Er is weinig dat het harde vissersbestaan zo indringend en zo mooi illustreert. Het werk van de schilder valt op bij tentoonstellingen in het land en H.M. Koningin Wilhelmina koopt minstens drie van zijn krijttekeningen. Roeland Koning heeft hartstochtelijk geleefd en gewerkt en veel moois nagelaten. Het verbaast me dat er in Egmond maar zo weinig bekend is over deze man en zijn werk. Een vrijbuiterig leven? Roeland Koning wordt op 5 augustus 1898 in Amsterdam geboren in een streng Calvinistisch gezin. Met 13 jaar weet hij al dat hij kunstschilder wil worden, iets dat eigenlijk niet past in gereformeerde kringen. Zijn vader, die een goede baan heeft als werktuigkundige, vreest armoede en een vrijbuiterig leven. Hij had gehoopt dat Roeland ook een technisch beroep zou kiezen, maar hij geeft zijn zoon toch de kans onder het motto:als het een vak is en ze doen het zónder God, dan moet je het ook mét God kunnen doenMaar dan moet het ook goed gebeuren, met de beste opleidingen die er zijn en met de plicht om hard te werken. 12 Geestgronden, 20 (2013), nr. 1

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2013 | | pagina 14