Gymnastiek wordt wel de moeder van alle sporten genoemd en in Egmond
kennen we sinds 1925 Gymnastiekvereniging Achilles. Vanaf de jaren dertig
werd de vereniging langdurig geleid door een vriendenclub onder leiding van
Pieter Dekker. Ook in crisis- en oorlogstijd wisten deze mannen de vereniging
te behoeden voor de ondergang. Carla Kager belicht hier vooral de beginjaren
van Achilles. Door de notulen van haar oom, Piet Hopman, krijgen we tevens
een inkijkje in het sobere dorpsleven van voor de oorlog, waarin wat vrolijke
afwisseling erg welkom was.
Carla Kager
GYMNASTIEKVERENIGING ACHILLES
Door vriendschap sterk
De reuzenzwaai op het hoogrek. Ook de spectaculaire oefening van
Olympisch kampioen 2012 Epke Zonderland moet daarmee zijn begonnen.
Voor een stel sportieve jonge Egmonders was het een hoogstandje, dat ze
leerden bij de in 1925 opgerichte gymnastiekvereniging Achilles.
Ome Piet
Bij ons thuis werd er met respect gesproken over die sportieve mannen
zoals ook mijn oom, Piet Hopman1) (1907-1995) die in zijn jonge jaren
niet alleen de reuzenzwaai kon, maar ook zijn halve leven actief was bij
de gymnastiekvereniging. We woonden op de Bleek vlakbij ome Piet en
tante Marie, die een bollenbedrijf aan huis hadden. In de jaren 50 speelde
ik daar vaak en zag dan hoe bedreven mijn neven en nichten waren aan
de ringen en de rekstok die op het erf stonden en hoe de meisjes eventjes
een radslag of spagaat deden alsof het niets was. Ze waren daar altijd en
overal aan het gymmen en ze zaten allemaal op Achilles. Zelf was ik niet
zo'n held in die dingen, maar wat kwam ik er graag.
Nu zit ik het handschrift van ome Piet te ontcijferen in de notulenboeken
vanaf 1925, die hij als plichtsgetrouw secretaris tussen 1932 en 1961 vol
pende en het is prachtig om te lezen hoezeer Achilles hem aan het hart
ging. Het archief is me aangereikt door een coryfee van Achilles: Piet
Dekker2) (1929) die net als zijn vader Pieter Dekker (Pieter van Pieter
van Boetje, 1903-1966) vele jaren met hart en ziel actief was voor de club.
Zonder de hulp van Piet, die we gerust ook Pietel mogen noemen, was dit
verhaal er niet geweest.
112
Geestgronden, 19 (2012), nr. 4