Avignon onzen heer Jan van Egmont en zyne medestanders in den ban gedaen
en eenige Commissarissen in Hollant afgezonden heeft, om den gezegden ban
op ettelyke feest-, en zon-dagen na elkander by het doen der misse, het luiden
der klokken, t 'ontsteeken, uitblusschen en op den gront werpen der kaerssen,
uit te roepen, en alle gelovigen te waerschouwen van met dezelven eenigen
omgang te hebben, tot dat zy de Abdye en hare rechten herstelt en verdient
hadden werd erom in de schoodt der kerke opgenomen te werden: maer het
schynt uit het stilzwygen der schryvers van de Egmondsche Jaerboeken, dat
hy weinigh naer deeze geestelyke dreigementen en verbanningen gevraegt
heeft. Hy was niet alleen maghtigh en bezat groote rykdommen boven zyne
voorouderen, maer vermoght ook alles by den dollen graef Willem, hertogh
van Beiëren, wiens zyde hy tegens keizerin Margriet, deszelfs moeder, met
zodanigen yver behartighde en verdedighde, dat gemelde hertogh de overhant
en heerschappye deezer landen behiel. Deeze vorst naderhant zyner zinnen
byster en dieshalven in verzekerde bewaringe gestelt geworden, arbeidde
heer Jan, als het hooft der Kabbeljausgezinden, al voort om deszelfs broeder,
hertogh Albert van Beiëren, tot vooght ende ruwart deezer landen, gedurende
graef Willems krankzinnigheit te doen verkiezen, en, bereikende daer omtrent
zyn doelwit, bequam hy diens hertogen genegentheit, waer door hy zyn
aenzien en vermogen in den vorigen staet behiel, tot zyne doot toe, welke
hem den 27 van wintermaent van den jare 1370 in 't graf sleepte, waer op
hem gevolgt is zyne oudste zoon.
De Kapelle
De Slotkapel, zoals die in afb. 17 is weergegeven, is vrijwel precies zo als we
die nu nog kennen. Sinds de oprichting van de kapel in 1229 door Willem I,
heer van Egmond is de kapel een paar keer verwoest, maar gelukkig steeds
weer opgebouwd. In 1314 (of 1315 zie eerder in dit artikel) werd het hele
dorp inclusief de kapel, en het slot door de Westfriezen in brand gestoken.
Onze Jan I, uit dit verhaal, heeft tegelijk met het slot ook de kapel weer laten
opbouwen in 1321. Daarna heeft Jan II (Jan met de Bellen) de oude kapel in
1430 laten afbreken en daarvoor in de plaats een grotere laten bouwen. Dit is
min of meer de kapel zoals die nu nog bestaat. De kapel werd weliswaar in
1573 door de troepen van Sonoy zwaar beschadigd, maar werd in 1633 weer
gerestaureerd.
Het komt ons voor bezyden den linker kant en even buiten de gracht van
het edele slot van Egmont, pronkende met een sierlyk torentje, een kruis
vleugel en geestigh koortje, door drie groote kerkglazen licht ontfangende.
78 Geestgronden, 19 (2012), nr. 2/3