Jan in de voetsporen van zijn voorvaders. Hij voelde zich waarschijnlijk onschendbaar na de bezegeling van zijn valse brief door de paus in 1302 en 1310. Er wordt in het artikel gezegd dat hij in de Egmondsche Jaerboeken als 'geweldigh lelyk' wordt afgeschilderd en ze 'weten niet genoeg de schade en verongelykingen, door hem de Abdye en der zeiver Monniken aengedaen uit te metenWeer moest de paus er aan te pas komen toen de prior Arnout van Driel binnen het klooster werd doodgestoken en de monniken met bloote degensin de kerk werden nagejaegtJan werd in de ban gedaan en de gelovigen werden gewaarschuwd geen omgang met hem te hebben. Maar Jan trok er zich niet veel van aan. Jan was heel machtig en rijk en had een heel goede relatie met de 'den dollen graef Willem, hertogh van Beiërendie hij steunde in zijn strijd tegen zijn moeder, keizerin Margriet. Hierdoor kon de hertog zijn grondgebied behouden. Nadat de hertog 'zyner zinnen byster en dieshalven in verzekerde bewaringe gesteltwas, zorgde Jan ervoor dat de broer van de hertog, Albert, voogd werd over de landen. Hierdoor verkreeg Jan ook de genegenheid van Albert. Jan I behield tot het eind van zijn leven zijn grote rijkdom en stierf in 1370. Jan de eerste van dien naem, ridder, een kloek en onverzaegt heer, die by vrouwe Guidyn vanAmstel, zuster en eenige erfgename vanArent, heere van Ysselstein, waer door Ysselstein aen den huize van Egmont gekomen is, zes zoonen en zeven dochteren gewonnen heeft, te weten Arent, die volgt, Jan, die kinderloos overleet, Gerrit, Willem, Otto, Albert, Beatrix, Bartha, Maria, Katharina, Anthonette, Maria de tweede en Bartha de tweede, Hy dee het verbrande slot hertimmeren, hoewel op verre na zoo schoon niet, als het vorige geweest was en haelde met een grooten yver op het oude verschil tegens den Abt Hugo van Assendelft, die niet minder daer tegens yverde en immer zoo naeuwen onderzoek naer de vervremde goederen der Abdye dee, als heer Jan van Egmont moeite aenwendde om in het bezit der zelve te blyven. De Egmondsche Jaerboeken schilderen hem geweldigh lelyk af, en weten niet genoeg de schade en verongelykingen, door hem de Abdye en der zeiver Monniken aengedaen uit te meten: de Hollansche graef geboot wel alle vyandelykheden te staken en de vrinden quamen aen weerkanten wel dadelyk te voorschyn en deden hun best om dit blakent vuur te blusschen, maer alles was vrughteloos. De Prior Aernaout van Driel wiert zelfs binnen des kloosters muren dootgestoken en ettelyke monniken en knechten der abdye daer binnen, en in de kerk met bloote degens nagejaegt en andere baldadigheden meer gepleegt, zodat Paus Johannes de IV den 9 Augustus van denjare 1366 te Geestgronden, 19 (2012), nr. 2/3 77

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2012 | | pagina 43